Overijssel wil opstellen van PPLG voorlopig opschorten

Vorig jaar zomer leverde Overijssel (net als de andere provincies) het eerste PPLG-conceptplan in bij het kabinet. Verwachte uitvoeringskosten in Overijssel: ongeveer 5 miljard euro voor 'een leefbare, economisch sterke en natuurrijke toekomst voor het platteland'.

Onduidelijkheid

Vanaf het begin was er onduidelijkheid over de vraag of er wel genoeg geld zat in het stikstof- of transitiefonds: de provincies vroegen om miljarden meer dan er beschikbaar was. Voor projecten in 2024 en 2025 diende Overijssel al een verzoek van ruim 436 miljoen euro in. Daarnaast werden voor de ‘Koploperprojecten’ miljoenen euro’s voorgefinancierd.

GS hebben het op 16 mei gepubliceerde hoofdlijnenakkoord uitgebreid bestudeerd. Hoewel er nog veel onduidelijkheid is over de verdere uitwerking van de voorstellen in dit akkoord ('Wat voor veel onzekerheid zorgt') is het Overijsselse college ervan overtuigd dat er veel zal veranderen: ‘De uitgangspunten (in het hoofdlijnenakkoord) hebben consequenties voor hoe wij als provincie kunnen en willen werken aan de toekomst van ons platteland in het PPLG.’

Ander stikstofbeleid

Over de koers van het nieuwe beleid zijn GS duidelijk. ‘De inzet in Brussel is daarin gericht op andere kaders voor milieu-, mest en natuurwetten. Er is veel aandacht voor het verdienvermogen van de landbouw, inclusief structurele inzet op agrarisch natuurbeheer. Inzet op ander stikstofbeleid waarbij o.a. wordt gezocht naar andere systematieken en bedrijfsgerichte emissiedoelen.’ De Overijsselse aanpak (met een vaste combinatie van goed sociaal economisch perspectief, een toekomstbestendige landbouw en herstel van de natuur, het watersysteem en het klimaat) krijgt verder geen specifieke aandacht in het Haagse akkoord.

De provincie gaat er in ieder geval vanuit dat het geld in het transitiefonds andere bestemmingen zal krijgen: ‘Circa 4 miljard blijft op de LNV-begroting voor onder meer de koploperprojecten, 5 miljard wordt bestemd voor innovatie, opkoopregelingen en mestmaatregelen en 500 miljoen wordt structureel ingezet voor agrarisch natuurbeheer.’ Dat laatste kan gunstig uitpakken voor Overijssel: ‘Het zou jaarlijks een bedrag van 40 miljoen euro betekenen, tegen nu 9 miljoen euro.'

Gebiedsgerichte aanpak

Toch willen GS dus voorlopig de verdere uitwerking van het PPLG-Overijssel opschorten: ‘We houden vast aan onze gebiedsgerichte aanpak. De opgaven die we in het PPLG Overijssel hebben opgenomen krijgen met het hoofdlijnenakkoord nu een andere invulling en basis, maar de samenhang tussen onze doelen koesteren wij als kern van een toekomstbestendig en leefbaar platteland.’

Het opschorten geldt niet voor lopende projecten en gebiedsprocessen waarvoor Den Haag al middelen beschikbaar heeft gesteld - of dat toegezegd heeft - zo benadrukken GS.

Het akkoord in Den Haag van de vier partijen biedt verder weinig hoop voor zaken als vergunningverlening, PAS-melders en handhavings- en intrekkingsverzoeken, zo vrezen GS: ‘Die impasse blijft bestaan. Het hoofdlijnenakkoord biedt naar verwachting de komende jaren nog geen oplossing en de druk op de provincie zal toenemen.’ Daarom wil Overijssel samen met de andere provincies blijven zoeken naar alternatieve oplossingen zolang de afspraken in het hoofdlijnenakkoord ‘nog niet tot een andere juridisch houdbare koers hebben geleid'.