Column: Apathie

Volgens Wikipedia betekent ‘apathie’: een gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme. Het woord is afgeleid van het Griekse apatheia, wat ‘gelatenheid’ of ‘gevoelloosheid’ betekent. Bij de stoïcijnen stond het voor ‘vrij zijn van emoties’ - voor hen waren emoties de oorzaak van al het lijden, een toestand die men als filosoof diende te vermijden. In de psychologie wordt apathie omschreven als een vorm van ziekelijke onverschilligheid, waarbij iemand niet de kracht op kan brengen te reageren op emotionele, sociale of geestelijke prikkels.
Apathie kan ook voortkomen uit een gebrek aan (zelf)vertrouwen of berusting. Wanneer een bepaalde actie theoretisch effect zou kunnen of moeten hebben, maar niet meer wordt ondernomen, kan dat een logisch gevolg zijn. Als een persoon of organisatie niet adequaat reageert op de behoeften van zijn doelgroep - of dat nu een partner, cliënten of burgers zijn - dan kan bij die doelgroep apathie ontstaan. In zo’n geval ligt de oplossing niet bij degenen die apathisch reageren, maar bij de organisatie die de apathie heeft opgewekt en het vertrouwen moet herstellen.
Ik vind het lastig om mij uit te spreken over beide uitspraken, gezien de gevoeligheid van deze dossiers. Maar één ding kan ik er wel over zeggen: het is een grote shitshow waar we met z’n allen in zitten – letterlijk en figuurlijk.
Vertrouwen
Wat me zorgen baart, is het gebrek aan energie en reactie. Ik zie mensen de uitspraken naast zich neerleggen en gewoon doorgaan met de dagelijkse gang van zaken. Collega’s die een positieve weigering hebben gekregen en weten dat ze worden geraakt door de uitspraak, maken zich niet meer druk – of kunnen zich niet meer druk maken. Ze hebben geen vertrouwen dat het binnen vijf jaar goed gaat komen. Kijk maar naar de PAS-melders: dat schept niet bepaald vertrouwen. Of neem de boeren die meedoen aan de stoppersregeling en nog 15 procent stikstof willen behouden voor doorontwikkelingen op het erf. Ze zeggen: ‘Het zal toch niet zo zijn dat dat niet meer kan?’ Hoeveel van hen heroverwegen inmiddels hun keuze en besluiten gewoon maar weer door te gaan zoals het was?
Vooral de laatste zin uit de Wikipedia-definitie blijft bij mij hangen. Ik werk op dit moment binnen een (deel)organisatie die aan zet is om het vertrouwen te herstellen. En eerlijk gezegd vind ik dat knap lastig op dit moment. Alleen maar naar elkaar wijzen helpt ons niet verder. Ik word zo langzamerhand aardig gezapig, maar we komen er niet uit zolang we blijven wijzen. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid in dit geheel. En als je naar een ander wijst, pleit je jezelf vrij van het nemen van verantwoordelijkheid. Juist dat is wat we nu nodig hebben: verantwoordelijkheid nemen, door iedereen. Dat is de enige manier om hier uit te komen.
Het grootste gevaar, volgens Jitske Kramer, komt niet van mensen die ‘trickstergedrag’ vertonen, maar van mensen die te weinig weerstand bieden tegen halve waarheden, valse beloftes en keiharde leugens. Dat probeer ik vast te houden in mijn dagelijkse doen, maar dat lukt natuurlijk maar deels.
Transformatie
Gelukkig zie ik nog steeds grote groepen mensen die zich vastbijten in de grote transformaties die ze ondergaan. Mensen die afscheid hebben genomen van hun oude systeem, die zijn geheeld en vol goede moed bezig zijn met de stip die ze zelf aan de horizon hebben gezet. Ook hier, bij ons thuis op de boerderij. Vertrouwen hebben in het niet-weten, in de overtuiging dat wat op je pad komt het juiste zal zijn.
Een sterke economie zonder samenleving is geen samenleving. Je hebt beide nodig. We moeten meer focus leggen op de samenleving. Hoe willen we met elkaar dit land (her)inrichten? Niet alles kan overal, maar waar kan wél wat? En soms brengt dat pijn voor bepaalde groepen, ten dienste van het grotere geheel. We zijn met zijn allen verantwoordelijk voor de manier waarop we samenleven. Daar kun je niet voor weglopen, en je kunt je ogen er niet voor sluiten in de hoop dat iemand anders het voor je regelt.
Alle hens aan dek! Zorg voor elkaar, praat met elkaar.
Groet,
Heleen
Tekst: Heleen Lansink-Marissen
Beeld: Ellen Meinen