Column: Roadtrip

Dit jaar hebben we op de Biesterhof een Wageningen-stagiaire Ralf, die onderzoekt hoe wij met nog minder grondbewerkingen de akkerbouw kunnen draaien. Na een maand op de boerderij is hij naar Oostenrijk vertrokken, naar de inspirerende, pionierende boer Alfred Grand. Naast pionierswerk op het gebied van wormcomposteren, heeft Alfred ook de zogeheten no-till roller crimper methode vanuit de VS naar Oostenrijk gehaald. Met deze kennis en technologie zaai je het hoofdgewas direct in het voorgaande gewas, een winterharde groenbemester. Je zaait dus letterlijk zonder ook maar iets van grondbewerking gedaan te hebben. Dit heeft voordelen want je houdt de bodemstructuur intact zodat de schimmels in je bodem de kans krijgen om te ontwikkelen en je bodemwaterhuishouding op orde blijft. Ook heb je bijna continu levende wortels in de grond die in de vorm van suikers het bodemleven van koolstof voorzien en omdat de grond bedekt blijft, krijgt het meeste onkruid weinig kans. Natuurlijk zijn er ook nadelen; voor een goede slagingskans moet je een zeer succesvolle groenbemester hebben, het kan niet voor alle gewassen en het meerjarige onkruid wat niet onderdrukt wordt kan niet geschoffeld worden. Kortom, goed voor Ralf om er op locatie dieper in te duiken.
Maar, dan komt nu toch de plot twist, want toen ik bovenstaande verhaal aan bezoekende regeneratieve boer Theo Nieuwenhuizen vertelde, keek hij mij met een twinkeling in zijn ogen aan en zei: “Maar dan moeten wij daar toch heen op het moment dat er ‘gerollercrimpt’ wordt?” Eerst dacht ik nog dat hij een geintje maakte, want dat moment is half mei en welke akkerbouwer kan er nou half mei naar Oostenrijk, maar hij was doodserieus en toen was het zaadje geplant.
Theo werkt ook als boerenbegeleider binnen het ReGeNL project, waar ik via mijn werk voor Wageningen Universiteit ook bij betrokken ben en zo ontstond het plan om vanuit ReGeNL met een mooi clubbie regeneratieve boeren naar Oostenrijk af te reizen om van elkaar en van Alfred te leren.
Niemand had eigenlijk tijd, maar iedereen had zin en omdat Theo erin geloofde, begonnen we er allemaal in te geloven. Eindresultaat: we rijden momenteel met zeven super enthousiaste boeren bijna de Oostenrijkse grens over. Drie slapen in een pensionnetje, vier kamperen aan de rand van een meertje naast de boerderij van Alfred. De les die hier voor mij in zit is dat het excuus ‘geen tijd’ niet altijd de volledige waarheid is, het gaat ook om prioriteit. Het samenspel van deze twee bepaalt wat je wel of niet doet in het leven.
Op naar Alfred, op naar inspiratie, op naar het boerenleven buiten de postzegel van onze Biesterhof.
Tekst: Howard Koster
Beeld: Ellen Meinen