
Overijssel: Rijk moet met extra geld komen voor maatregelen weidevogelbeheer

Rummenie wil een serie van acht aanvullende maatregelen nemen om het grote belang van Nederland als broedgebied voor de grutto en het gewenste herstel van de gruttopopulatie te onderstrepen. Dat gebeurde nadat de Europese Commissie (EC) een zogenoemde inbreukprocedure is gestart omdat Nederland volgens de EC niet voldoet aan de verplichtingen onder de Vogelrichtlijn.
Overijssel is het voor een groot deel eens met de voorgestelde maatregelen en wil tegelijkertijd dat daarvoor ook extra geld beschikbaar komt: ‘De inzet van extra middelen voor agrarisch natuurbeheer (ANB) is een belangrijke stap. Dit zal namelijk alleen slagen als de vergoedingen dusdanig worden verhoogd dat dit een duidelijke plus oplevert voor het verdienmodel van de boer. Dit is nu niet het geval. Daarnaast hebben agrariërs die zwaarder willen instappen in het weidevogelbeheer (‘weidevogelboer’) een breder aanbod van instrumenten nodig: naast 6-jarige contracten ook de mogelijkheid van langjarige contracten (12-20 jaar) en de mogelijkheid van herwaardering van grond.’
Vragen over extra instandhoudingsdoelstellingen
GS van Overijssel zet ook vraagtekens bij het toevoegen van extra instandhoudingsdoelstellingen voor de grutto in Vogelrichtlijngebieden (VR-gebieden), waaronder de Wieden en de IJsseluiterwaarden: ‘Overijssel is hier geen voorstander van en vraagt daarom om dit te heroverwegen. Het beschikbaar stellen van aanvullende instrumenten (langjarige contracten en herwaardering van grond met de daaraan gekoppelde financiering) zal veel meer bijdragen aan de weidevogelstand dan het toevoegen van instandhoudingsdoelstellingen voor de grutto aan bestaande VR-gebieden. Dit toevoegen kan het draagvlak voor weidevogelbeheer namelijk ondermijnen. Boeren die zich inzetten voor weidevogelbeheer kunnen dit als bedreigend ervaren omdat zij bang zijn voor de beperkingen die dit met zich mee kan brengen. Mocht het Rijk toch overgaan tot het opnemen van instandhoudingsdoelstellingen voor grutto’s in bestaande VR-gebieden, dan moet dit daarom zeker niet leiden tot beperkingen voor de agrariërs in deze gebieden.’
Onderzoek uitzetten gruttokuikens
Ook het aangekondigde onderzoek naar het uitbroeden en uitzetten van gruttokuikens om zo de gruttopopulatie te stabiliseren ziet Overijssel niet zitten: ‘Deze maatregel draagt niet bij aan het verbeteren en uitbreiden van de kwaliteit van het leefgebied van de grutto en andere weidevogels. Een hogere overlevingskans van nesten en kuikens vraagt een zwaardere inzet op predatorenbeheer en vergroting van het geschikte leefgebied. Zonder uitbreiding naar voldoende kwalitatief goed leefgebied voor de grutto zien wij weinig in deze maatregel, ook omdat hiervoor legsels van grutto’s in bestaand leefgebied moeten worden verstoord.’
Inzet op predatiebeheer
Volgens GS is het veel belangrijker om ‘de mogelijkheden voor predatiebeheer in het kader van weidevogelbeheer zo optimaal mogelijk benutten en indien nodig en mogelijk verruimen’.
Want, zo stelt het college: ‘De predatiedruk in vrijwel alle weidevogelgebieden, ook met veel zwaar beheer, is veel te hoog. Leefgebieden zijn relatief beperkt in omvang en aanwezige weidevogels zijn daarom extra kwetsbaar voor predatoren. Voor behoud, uitbreiding en herstel van de weidevogelstand is het essentieel dat geschikt leefgebied flink wordt uitgebreid en dat de sleutelpredatoren zoals vos, steenmarter, zwarte kraai en verwilderde kat kort worden gehouden. De huidige wetgeving is dusdanig beperkend en biedt onvoldoende ruimte om vergunningen voor schadebestrijding van predatoren doelmatig te laten zijn. Veel verleende vergunningen sneuvelen bij de rechter wegens onvoldoende onderbouwing of zijn maar beperkt inzetbaar. Hierdoor blijft de predatiedruk hoog.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Robert Ellenkamp