Column: Top-down ontmoet bottom-up

Onwillekeurig wordt de indruk gewekt dat het plan van het Interprovinciaal Overleg (IPO), LTO Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen en het Nederlands Jongeren Kontakt (NAJK) landbouwminister Femke Wiersma hiermee passeert, maar wat we hier zien is feitelijk een uiting van democratie in optima forma: een landelijke overheid die de koers uitzet, een nieuwe richting bepaalt op basis waarvan het werkveld tot een praktische invulling komt.
Kritiek op Wiersma is in dit verband ongepast, aangezien zij de aanzet heeft gegeven tot deze transitie, waarin tot voor kort de belangen van natuur significant zwaarder wogen dan die van de voedselmakers. Dit besef is inmiddels ook doorgedrongen in de provincies en gemeenten, die werk willen maken van het vlottrekken van vergunningen.
Niemand is onfeilbaar
De vraag wordt opgeworpen of Wiersma meer had kunnen doen. Ongetwijfeld, niemand is onfeilbaar. Het was echter Wiersma die de kritische depositiewaarde ter discussie stelde en de dreiging van een generieke korting omzette in doelsturing met ruimte voor individueel ondernemerschap en innovatie. Wiersma bracht boerenverstand terug in het beleid met ‘meten is weten’ als uitgangspunt.
In het plan van de uitvoeringsorganen speelt de landelijk overheid onverminderd een grote rol. Om een en ander mogelijk te maken zijn miljarden nodig. Wiersma kan deze doorbraak dan ook beschouwen als een aanmoediging in plaats van kritiek. Nederland wil dit: de Kamers kunnen haar steunen door in te stemmen met de benodigde investering in de toekomst van Nederland.
Het zou de media sieren als deze ‘doorbraak’ wordt gezien als een gezamenlijk succes, waar mens, dier en natuur bij gebaat is. Ga aan tafel en verbind top-down met bottom-up!