
Kwaliteit eigen ruwvoer onder de loep
Kwaliteit vóór kilo’s: sturen op goed ruwvoer met strengere normen

*Voor deze analyse van 2017-2024 zijn170 KLW’s van dezelfde bedrijven met elkaar zijn vergeleken. Bij VK-Oost zijn in 2024 ruim 370 KLW’s van leden geanalyseerd.
Vroeg maaien loont
Door vroeg te maaien en snedes niet te oud te laten worden, kunnen de VEM- en RE-gehaltes beter op peil blijven. Uit de praktijkcijfers blijkt dat het VEM-gehalte over de afgelopen zeven jaar vrij constant is gebleven, met een gemiddelde rond de 950 VEM. Daarmee blijft de basis van het rantsoen qua energie stabiel, ondanks de grilligheid van het weer.
Het RE-gehalte (ruw eiwit) laat echter een andere trend zien. Sinds het vervallen van de derogatie is het moeilijker geworden om het RE op niveau te houden. In de afgelopen drie jaren is dan ook een lichte daling zichtbaar van het gemiddelde RE-gehalte in de kuil. Dit vraagt om alertheid in management en teeltstrategie.
Reactie Groeikracht: ‘Mais als MKS kan overweging zijn’
Rick Willemsen van Groeikracht, partner van VK-Oost, heeft de VK-Oost-cijfers ook bekeken en concludeert: ‘De VEM op ruwvoergebied is inderdaad stabiel. Het RE-gehaltes lopen gemiddeld terug en laten een dalende trend zien. In de graskuilen is het RE-gehalte dalende en in de bijproducten stijgt dit aandeel. Maar het aandeel graskuil in het rantsoen drukt hard door met het oog op de daling van het eiwitgehalte om dit aandeel in totaliteit groter is.’
Volgens Willemsen blijkt uit de cijfers dat het aanbod gras hoger wordt en de kwaliteit niet beter. ‘Hierdoor kan het een overweging zijn om meer mais als MKS te oogsten om de hoeveelheid ruwvoer weg te werken en kwaliteit te verhogen.’
Volgens Willemsen kost sneller maaien geen opbrengst in tonnen, maar levert wel meer VEM en RE per kg ds op. ‘We hebben een maaiproef gedaan waar dit uit blijkt. Ook hebben we doorberekend wat dit financieel betekent.’
Bekijk hier de voorzijde en achterzijde van de flyer over deze maaiproef.
Jong gras direct de koe in: voordelen van stalvoeren
Een groeiende groep melkveehouders kiest ervoor om in groeizame periodes jong gras te stalvoeren. Dit is ook te lezen in dit artikel.
Dit sluit goed aan bij het streven naar een hogere kwaliteit, maximale benutting van voederwaarde en het beperken van inkuilverliezen. Jonge snedes zijn rijk aan suikers en hebben een hoog VEM-gehalte, maar zijn ook kwetsbaarder in conservering. Door deze direct aan het vee te voeren, blijft de kwaliteit optimaal behouden.
Stalvoeren maakt het bovendien makkelijker om frequenter en jonger te maaien. Dat draagt bij aan een constant en hoogwaardig rantsoen, met minder afhankelijkheid van krachtvoer. Uit vakpublicaties blijkt dat bedrijven die gestructureerd stalvoeren niet alleen lagere verliezen hebben, maar ook profiteren van een stabielere melkgift en betere benutting van eigen ruwvoer.
Droogte niet direct zichtbaar in kwaliteit
Opvallend is dat droogte niet per se direct leidt tot lagere voederwaarden in het kuilgras. Wel zijn er duidelijke verschillen in de hoeveelheid geoogste VEM tussen de jaren. De groeizame jaren 2021 en 2024 vormden bijvoorbeeld een uitdaging om tussen de buien door zware snedes op het juiste moment te oogsten. Toch blijkt dat dit op veel bedrijven goed is gelukt, zonder dat er massaal moest worden bijgestuurd met krachtvoer.
Wat wél duidelijk fluctueert, is het gebruik van bijproducten. Die lijn volgt grotendeels de droge jaren. In de periode 2018 tot en met 2020, waarin het lastig was om voldoende ruwvoer te oogsten, werd er beduidend meer aangevuld met bijproducten. In 2021, een jaar met ruim voldoende ruwvoer, daalde dit aandeel weer.
In het droge jaar 2022 steeg het gebruik opnieuw, wat ook in 2023 nog zichtbaar was. Met het voeren van bijproducten kan er op veel manier bijgestuurd worden in een rantsoen. Het is een goede aanvulling qua energie maar daarnaast maakt het het rantsoen ook smakelijk.
Deze gegevens benadrukken het belang van goed ruwvoermanagement, met oog voor zowel kwaliteit als volume. Door in te zetten op jong maaien, stalvoeren en een gezonde graszode, kunnen ondernemers ook onder veranderende regelgeving en weersinvloeden blijven sturen op een robuust en efficiënt rantsoen.
Wil jij meer weten over dit onderwerp ‘sturen op een goede ruwvoerkwaliteit’? In de studiegroepen van VK-Oost leren de leden samen en van elkaar, ook over dit onderwerp. Informeer gerust eens naar de mogelijkheden om een bijeenkomst bij te wonen. Kijk hier voor de contactgegevens.
Bron: VK-Oost