Column: Tour de France

Daarbij amuseerden verslaggevers zoals Maarten Ducrot de kijker thuis met volstrekt onbelangrijke feiten. Bijvoorbeeld over bolletjestruidrager Jean Martin de Hatseflats, die in de Tour van 1954 precies in deze bocht niet op zat te letten en vervolgens 10 meter lager een half uur in een boom bungelde voordat iemand hem had opgemerkt, maar dat hij met 2 cognacjes en een nieuwe fiets toch nog 4e wist te worden. Of iets van die strekking.
Knallen in juli
Die tijden zijn dus voorbij. Niet dat de Tour de France niet meer wordt gereden, of dat er door de commentatoren niet meer uitgebreid de tijd wordt genomen om de middeleeuwse geschiedenis van een of ander Chateautje uit te diepen. Nee, wat mijn zomers zo anders maakt is het feit dat ik akkerbouwer ben geworden. Akkerbouwer zijn betekent dat als het goed is (en dat is het dit jaar) je in de maand juli gewoon aan het knallen bent.
Bij ons is de huttentut (familie van de koolzaad) inmiddels geoogst, zijn de zaden gedroogd en worden deze door grondeigenaar Land van Ons opgehaald en geperst voor olie. De helft van de tarwe is eraf en gaat naar de Witte Molen in Nijmegen om als bloem door lokale biobakkers tot brood verwerkt te worden. De komende dagen staat de rest van onze tarwe, de gerst en onze veldbonen op de rol om gedorst te worden. Na een periode van extreme droogte hebben we woensdag echter 22 millimeter regen gehad en sinds zondag wordt er 2 weken regenachtig weer voorspeld. Dat betekent dat er een hele hoop werk in een hele korte tijd verzet moet worden en niet alleen bij ons, maar bij de meeste akkerbouwers.
Dezelfde machines
Als je weleens op een boerderij komt dan vraag je je misschien af waarom al die boeren allemaal zoveel machines hebben en of dat niet handiger kan. In het bovenstaande ligt een deel van het antwoord verscholen, want veel van de boeren hebben dezelfde machine(s) allemaal op precies hetzelfde moment nodig. Als je dan een paar keer bij de loonwerker achter het net vangt en je bijvoorbeeld je product niet op het juiste moment van het land hebt gekregen, dan ga je toch heel hard nadenken of je niet nog wat extra mechanisatie in huis moet halen zodat je het zelf in de hand hebt. Voor ons op de Biesterhof gaat dit door onze kleine schaal (‘slechts’ 17 hectare akkerbouw) niet op, want het zal economisch nooit uit kunnen dat wij grote, dure machines kopen die we slechts een deel van het jaar gebruiken.
Door regen tijd voor de Tour
Zo staat de maaidorser van de loonwerker 9 maanden van het jaar ergens in een loods stof te vangen, maar gedurende de zomerdagen vreet diezelfde combine per dag honderden tonnen graan van het veld en is de loonwerker vanaf het moment dat de ochtenddauw voldoende uit het gewas is verdampt tot diep in de nacht net zo hard aan het knallen als die ultra-sportieve wielrenners die de Alpe d'Huez opvliegen. Gisteren (17 juli, red.) was het vanwege de eerdere regen te nat om te dorsen en kon ik dus, net als in de ‘goeie ouwe tijd’, ’s middags even vanaf de bank de Tour kijken. Ik zag hoe Pogi (Pogacar) in de eerste echte bergetappe van de Tour iedereen zoek reed en ik bedacht mij hoe blij wij op de Biesterhof mogen zijn dat onze ‘eigen’ Pogi (Wouter Vierboom) over een paar uur zijn combine aanzwengelt en begint te knallen.
Tekst: Howard Koster
Beeld: Ellen Meinen