Grondprijzen in Gelderland en Overijssel stijgen licht

Bij bouwland zette de daling zich verder voort: de gemiddelde prijs zakte in het tweede kwartaal met 2,1 procent naar 98.500 euro per hectare. Daarmee ligt de prijs ook onder het jaargemiddelde van 2024, dat 99.600 euro per hectare bedroeg.

Grasland liet een lichte prijsstijging zien. De prijs nam met 1,1 procent toe en kwam uit op 83.400 euro per hectare. Grasland is momenteel 9,7 procent meer waard dan het gemiddelde van vorig jaar (76.000 euro per hectare).

Ondanks de daling van de gemiddelde prijs voor agrarische grond ligt de prijs wel 4,7 procent hoger vergeleken met het jaargemiddelde over 2024 (85.300 euro per hectare).

Grondprijs Fryslân goedkoopst

Op provinciaal niveau liepen de prijsontwikkelingen sterk uiteen. In Flevoland noteerde het Kadaster, ondanks een lichte daling van bijna 1 procent, met gemiddeld 182.900 euro per hectare de hoogste prijs (zie grafiek hieronder). Fryslân bleef met een gemiddelde prijs van 64.300 euro per hectare de goedkoopste provincie, ondanks een stijging van 3 procent ten opzichte van het vorige kwartaal. In Drenthe en Groningen stegen de prijzen zelfs nog iets harder, met respectievelijk 5 procent en 4 procent, naar gemiddeld 82.500 euro en 87.000 euro per hectare.

Ook elders in het land bleven de prijzen niet stil. Gelderland en Overijssel lieten stijgingen zien van respectievelijk 3 procent en 1 procent. Utrecht en Zuid-Holland kenden een toename van ongeveer 1 procent, terwijl Noord-Holland als enige provincie in deze regio juist een daling van ruim 3 procent liet zien. De prijs daalde daar naar gemiddeld 93.000 euro per hectare. In de zuidelijke provincies zette de prijsstijging door in Limburg (4 procent) en Noord-Brabant (+3 procent), terwijl de prijs in Zeeland nagenoeg stabiel bleef.

Lees verder onder de grafiek.

Het Kadaster benadrukt dat het landelijke cijfer een momentopname betreft (prijs in één kwartaal), terwijl de provinciale cijfers zijn berekend als een voortschrijdend gemiddelde over vier kwartalen. Hierdoor lopen de bewegingen in de provinciale prijzen wat achter op de actuele landelijke trend.

Naast prijsontwikkelingen was ook de grondmobiliteit in het tweede kwartaal hoger dan vorig jaar. In totaal werd 7.700 hectare landbouwgrond verhandeld, een stijging van bijna 500 hectare (7 procent) ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2024. Over de afgelopen vier kwartalen kwam het totaal uit op 33.400 hectare, wat neerkomt op een relatieve mobiliteit van 1,85 procent van het totale landbouwareaal. Dat is hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder, toen dit nog 1,62 procent was.

Regionaal waren ook hier grote verschillen zichtbaar (zie grafiek onderaan). In Flevoland lag de mobiliteit met 1,21 procent het laagst en daalde deze zelfs licht. In Limburg kwam de relatieve mobiliteit uit op 2,5 procent, het hoogste van het land. In de meeste provincies steeg de mobiliteit, met Drenthe en Overijssel als uitschieters met een toename van 0,5 procentpunt.