Zonder regie op grond geen toekomst voor boer en natuur in overgangszones

Boeren die willen extensiveren of omschakelen naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering lopen nu vast. Niet vanwege onwil, maar omdat de praktijk hen in de weg zit. De onderzoekers zien belemmeringen door onduidelijkheid over financiële compensatie, toegang tot grond, mogelijke verplichtingen en gebrek aan heldere wettelijke en financiële kaders.
De grond is te duur, de regelgeving te onzeker en toekomstperspectief ontbreekt. Volgens het rapport kunnen juist de landbouwgebieden direct rondom Natura 2000-gebieden een sleutelrol spelen in herstel van biodiversiteit, bodem en water. Maar dat vraagt wel om ander beleid en gerichte sturing op grondgebruik.
Investeren in vertrouwen
De onderzoekers concluderen dat de huidige aanpak – waarin vooral vrijwillige, perceelsgerichte maatregelen worden ingezet – niet toereikend is. Er is meer nodig: duidelijke regels over wat waar mag, voldoende grond op de juiste plek en financiële zekerheid voor boeren die willen omschakelen. Ook moeten provincies en gemeenten nauwer samenwerken en investeren in het vertrouwen met boeren in de regio. ‘Zonder regie op grond komt het niet rond,” aldus het onderzoek.
In gebieden zoals de Krimpenerwaard en De Peel blijkt uit de praktijk dat echte vooruitgang pas komt als overheden, boeren en terreinbeheerders samen optrekken, concrete plannen maken en bereid zijn keuzes te maken. Het rapport onderstreept dat sturing op grond niet alleen noodzakelijk is voor het halen van de natuurdoelen, maar ook om jonge boeren uitzicht te geven op een toekomst in het gebied waar ze geworteld zijn.