Deze koers willen de politici op met de landbouw

De redactie heeft de politici om te interviewen gekozen aan de hand van hoe zij zich het afgelopen jaar voor de landbouw hebben ingezet. Ook is gekeken naar de partijen die het goed doen in de peilingen. Bij de PVV en de VVD is ook een interviewverzoek uitgezet. Helaas kwam vanuit geen van beide partijen een reactie.
Caroline van der Plas (BBB):
‘Moeten aparte debatten houden over akkerbouw’
Voedselzekerheid is een belangrijk speerpunt voor de BBB. De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) vreest dat de akkerbouw door de ontwikkelingen rondom gewasbescherming eerder is uitgeboerd dan de veehouderij door stikstof.
„Ik snap dat zij dat zegt. Het debat rond gewasbeschermingsmiddelen is gepolariseerd. In Den Haag zijn er de afgelopen jaren veel moties aangenomen rond gewasbeschermingsmiddelen op basis van emotie, maar zonder dat er gekeken is naar de gevolgen. Omdat middelen geframed worden als landbouwgif, durven heel veel partijen uit angst niet tegen te stemmen. Wij hebben heel vaak gewaarschuwd dat het inperken van het middelengebruik ten koste gaat van de voedselzekerheid. Natuurlijk moeten we, waar dat kan, zo min mogelijk middelen gebruiken en zo groen mogelijke middelen inzetten. Maar je ziet nu wel dat we op een kantelpunt zitten. Je ziet nu in de slateelt dat als Movento niet meer wordt toegelaten, er luizen in de sla blijven zitten of dat de luizendruk zo hoog is dat telers hun gewassen moeten frezen. Bizar eigenlijk. Ik denk dat wij in de volgende periode in de Kamer daarom aparte debatten moeten houden over de akkerbouw. Het debat moet gaan over de plantaardige teelt, zodat ook het belang van voedselzekerheid meegenomen kan worden.”
Hoe laat de BBB op dit moment het belang van voedselzekerheid zien?
„Nou, als voorbeeld. Voedselzekerheid maakt nu deel uit van het beleid van Defensie. Zo zetten we in op het behoud en de bescherming van vruchtbare landbouwgrond. Dat is echt iets waar de BBB zich voor inzet. Het vorige kabinet had de nationale plannen voor Ruimte voor Defensie (NPRD) 100 procent op landbouwgrond voorzien. Onze staatssecretaris, Gijs Tuinman, heeft dat teruggebracht tot 10 procent. Hij is zich echt bewust van het belang van landbouwgrond en voedselzekerheid. Hij heeft gekeken naar locaties waar zo min mogelijk landbouwgrond nodig is en heeft juist in natuurgebieden gekeken naar de ruimte voor Defensie.”
Lees hier het hele interview met Van der Plas
André Flach (SGP):
‘Afschaffing derogatie gaat de natuur niet helpen’
SGP wil een nieuwe derogatie aanvragen.
„Ja. Want afschaffing van de derogatie gaat de natuur ook niet helpen. Het verdwijnen van grasland is schadelijk voor de waterkwaliteit, omdat het vaak wordt omgezet in teelten waar de uitspoeling groter is. Europa wil graag dat we veel grasland houden. De beste manier om dat te bereiken is met veehouderij.”
Dat verhaal heeft Nederland de afgelopen jaren toch al verschillende keren verteld in Brussel?
„Dat klopt, maar er zit een verschil tussen wat je wilt en wat haalbaar is. In gesprekken met boeren pas ik daarom ook altijd op dat ik niet ga beloven dat dit makkelijk te regelen is. Toch denk ik dat we het moeten proberen, gewoon om inhoudelijke motieven, en met een slimme vorm van derogatie waar Brussel niet tegen kan zijn.”
Hoe zou Nederland het dan anders moeten doen dan in de afgelopen jaren?
„Als je beseft dat Nederland een heel vruchtbare delta is, met bijzonder veel goed grasland, en je wilt als Europa minder afhankelijk zijn van de buitenwereld als het om voedsel gaat, dan zou je Nederland meer ruimte moeten geven. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: laten we de totale gebruiksnormen, inclusief kunstmest, wat naar beneden doen als je als melkveehouder kiest voor derogatie, en de derogatie beperken tot blijvend grasland. Daar worden nu al proeven mee gedaan in bepaalde delen van het land, en die halen goede resultaten. Dus als het je menens is met de waterkwaliteit, dan moet Nederland een derogatie krijgen.”
Lees hier het hele interview met Flach
Anne-Marijke Podt (D66):
‘Boeren hebben duidelijkheid nodig’
Wat voor een landbouwsysteem ziet D66 als het ideaal voor Nederland?
„Wat er nu nodig is, is dat boeren toekomstperspectief en duidelijkheid krijgen. Dat is ook wat boeren van ons vragen en waar de overheid de afgelopen jaren heeft gefaald. D66 vindt dat Nederland de kant op moet gaan van een veel duurzamere voedselproductie. De landbouw moet minder intensief worden. We willen een overheid die zegt: dit is de richting die we opgaan met elkaar, en daar kun je dus naartoe werken.”
Uw voorganger, Tjeerd de Groot, was heel duidelijk: halvering van de veestapel. Het heeft boeren niet echt veel vertrouwen gegeven.
„Tjeerd heeft dat gezegd op een moment dat het hard nodig was om de discussie op gang te brengen. Ik ben een ander persoon, verwoord de dingen anders. Maar er moeten grote keuzes gemaakt worden, en de landbouwsector is erbij gebaat als we daar duidelijk over zijn. Boeren vertellen me: ‘We worden er helemaal gek van dat de politiek bepaalde eisen stelt, en daar een jaar later weer van afziet’. Dat doen we in Den Haag, omdat we niet in staat zijn geweest om te zeggen: ‘Het is belangrijk dat we deze stap gaan maken. Het is een grote stap, maar het is het enige wat uiteindelijk houdbaar is. Krimp van de veestapel is voor mijn partij geen doel op zich. Het zal wel het resultaat zijn van de doelen die we nastreven.”
Lees hier het hele interview met Podt
Lidewij de Vos (Forum voor Democratie):
‘Haal stikstof uit de wet en vergunningverlening’
De helft van jullie landbouwvisie in het verkiezingsprogramma gaat over het stikstofbeleid. Hoe willen jullie dat veranderen?
„Het probleem met het stikstofbeleid en ook de manier waarop dat nu wordt aangepakt, is dat er niet naar de oorzaak van het probleem wordt gekeken. Wij hebben dat uitgezocht en in ons boek ‘Niemand in de cockpit’ opgeschreven. Het beheer van de natuur is nu gebaseerd op stikstofmodellen en die stroken niet met de daadwerkelijke staat van de natuur. Nederland – specifiek het CDA als toenmalige regeringspartij – koos er in 2003 voor om het natuurbeleid te baseren op die rekenmodellen. Dat heeft tot enorme problemen geleid en dwingt boeren tot allerlei maatregelen.”
„We hebben gezien dat drempelwaarden en het PAS allemaal niet werken, omdat ze nog steeds uitgaan van diezelfde rekenmodellen. En nu gaan we naar emissiebeleid met doelsturing, ook weer gebaseerd op diezelfde stikstofmodellen. Wij zeggen: die stikstofmodellen zélf zijn het probleem. Die moeten uit de wet en uit de vergunningverlening. Dat kan ook heel goed. Frankrijk en Italië gebruiken geen stikstofmodellen, maar kijken naar de empirische toestand van de natuur en verlenen op basis daarvan vergunningen. Wij willen dat graag overnemen. Dan kan het stikstofbeleid integraal van tafel.”
Van veel natuurgebieden ontbreken empirische natuurdata of zijn deze slechts beperkt beschikbaar, zo blijkt uit de natuurdoelanalysen. Hoe kun je dan de komende jaren vergunningen afgeven?
„Dat is inderdaad een probleem. Er is geen nulmeting geweest toen we begonnen met de Natura 2000-gebieden. Dat zullen we op de een of andere manier moeten oplossen, door bijvoorbeeld nu die nulmeting alsnog uit te voeren. We moeten ook ons gezond verstand gebruiken. We moeten geen vergunning afgeven voor een festival naast een natuurgebied in de broedtijd voor vogels. Maar een paar maanden later kan dat wel.”
En als je kijkt naar landbouwbedrijven die een vergunning nodig hebben. Hoe los je dat dan op als er geen natuurdata voorhanden zijn?
„Dat zal maatwerk moeten worden. Je maakt dan als overheid een individuele afweging in navolging van hoe ze dat in Italië en Frankrijk doen, maar toegepast op de Nederlandse situatie. Ik vind dat we het onszelf veel te moeilijk maken. Nederland inventariseert al heel veel in de natuur. Dus het moet mogelijk zijn om, net zoals in Frankrijk en Italië, te bepalen of bepaalde activiteiten wel of geen doorgang kunnen vinden – zonder daarbij gebruik te maken van stikstofmodellen.”
Jullie schrijven dat je PAS-melders een vergunning gaat geven. Hoe zien jullie dat voor je zodat het ook standhoudt bij de rechter? Gaat dat niet nog jaren duren?
„Die stikstofwet kun je snel schrappen. Als wij aan de knoppen zouden zitten op het ministerie, dan zetten we daar een ambtenarenploeg op. Die kan dat binnen een paar weken uitwerken. Met dat andere systeem kunnen we de kritische depositiewaarde voor stikstof uit de vergunningverlening halen en PAS-melders een vergunning geven.”
Lees hier het hele interview met De Vos
Pieter Grinwis (ChristenUnie):
‘Minister Wiersma mag wat minder afhoudend zijn’
ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis is enthousiast over de richting die minister Wiersma heeft gekozen met betrekking tot afrekenbare doelsturing. „Maar ik ben minder positief over haar gebrek aan daadkracht. De regering heeft niet echt doorgepakt op stikstof. Ze hebben beleid en geld het raam uitgeknikkerd. Rechtszaken verloren die je niet had hoeven te verliezen. Die Greenpeace-rechtszaak, bijvoorbeeld: het is bijna knap dat ze die hebben verloren. Die had je op je sloffen kunnen winnen, als je het Transitiefonds niet had afgeschaft en een aantal maatregelen overeind had gehouden.”
Maar terug naar doelsturing. De minister wil 42 tot 46 procent stikstofvermindering in de landbouw. Is dat haalbaar via doelsturing?
„Daar mag de minister ook duidelijker over zijn: welk deel van die vermindering wil ze via doelsturing bereiken, en welk deel via andere maatregelen? Maar de sector kan via doelsturing een flinke reductie bereiken. Een rapport van de WUR noemt een hele set maatregelen, zowel managementmaatregelen als innovatie, waar boeren uit zouden kunnen kiezen om hun uitstoot naar bodem, water en lucht met tientallen procenten te verminderen. En dat kan gewoon volgend jaar al. Dus we hoeven niet te wachten op het ideale systeem. Als je boeren bij wijze van spreken uitdaagt om stappen te zetten, waar het gaat om hun voer, de bodem, of de omgang met mest, dan kunnen ze dat morgen al doen. Sterker nog, er zijn boeren die dat al doen. En dan zou ik een minister willen zien die dat ook omarmt. Tot nu toe is ze, zodra het concreet wordt, toch een beetje afhoudend.”
Lees hier het hele interview met Grinwis
Maarten Goudzwaard (JA21):
‘Doelsturing ondoordacht invoeren leidt tot hoge kosten bij boer’
JA21 steunt geborgde emissiereductie en doelsturing vooralsnog niet. Het staat ook niet in jullie verkiezingsprogramma. Waarom niet?
„Het klinkt mooi dat je gaat sturen op emissie in plaats van depositie, alleen moet dat wel eerst uitgewerkt zijn. Het wordt tijd dat er beleid komt voor doelsturing en geborgde emissiereductie. Niemand weet eigenlijk wat. Daarom vind ik het te voorbarig om dat nu al in een verkiezingsprogramma te noemen. Het PBL kwam dit jaar met een rapport dat doelsturing nog niet goed genoeg is uitgewerkt. Dat had de ministeriele stikstofcommissie kunnen doen, maar sinds de oprichting in januari tot nu is er nog weinig gebeurt. Zo’n doelsturingssystematiek is dus nog helemaal niet kwantificeerbaar en geborgd. Dat gaat jaren duren. Wij willen eerst weten wat voor beleid erachter komt te hangen. Als je doelsturing ondoordacht gaat invoeren, kan dat leiden tot hoge kosten op het boerenerf en falend beleid. Blijkbaar wordt er door andere partijen geen waarde gehecht aan wat het PBL en andere stakeholders over doelsturing zeggen op dit moment. Daarnaast moet er eerst ook consensus zijn over welke stalsystemen juridisch erkend worden als emissiereducerend. Daar moet je zekerheid over hebben, want dan weet je ook dat het standhoudt bij de rechter.”
JA21 wil afstappen van de kritische depositiewaarde (KDW). Dat is ook iets van de lange adem. Wat willen jullie op het gebied van stikstof op de korte termijn doen?
„De rekenkundige ondergrens moet zo snel mogelijk ingevoerd worden. Totdat er emissiebeleid is, moet je het doen met depositiebeleid. Je zou Aerius kunnen aanpassen. De grens van ammoniak staat op 25 kilometer, maar die kun je ook terugbrengen naar 500 meter. Je kunt kijken wat er dan gebeurt. We moeten af van de modellenwerkelijkheid en veel meer naar de daadwerkelijke staat van de natuur kijken. Daarbij moet de focus niet alleen op stikstof liggen, maar ook op andere drukfactoren zoals hydrologie. In gebieden waar de depositie nog te hoog is, bijvoorbeeld rond de Veluwe en de Peel, zou je boeren de mogelijkheid voor geborgde innovatie, extensiveringspakketten moeten aanbieden. Je moet in elk geval geen generiek beleid voeren, want dat is totale geldverspilling. Het slaat nergens op dat je in Friesland een boer uitkoopt, omdat 60 kilometer verderop een Natura 2000-gebied ligt. Dat is grote kolder.”
Lees hier het hele interview met Goudzwaard
Jan Arie Koorevaar (CDA):
‘Ik mis een plek waar de overheid, het bedrijfsleven, de markt en het onderwijs elkaar vinden’
Niet alles tot in de puntjes en achter de komma regelen vanuit Den Haag, maar boeren zélf laten bepalen hoe zij kunnen voldoen aan doelen. De productschappen zouden daarvoor in ere hersteld moeten worden, volgens kandidaat-Kamerlid en biologisch melkveehouder Jan Arie Koorevaar (CDA).
Koorevaar (46) groeide op in de Zuid-Hollandse polder. Hij is dan ook naar eigen zeggen een echte polderjongen. De poldergedachte zou volgens hem ook meer terug moeten komen in het landbouwbeleid. „Ik vind dat we voor de middellange termijn moeten nadenken over hoe we de polder kunnen herstellen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat niet alles in politiek Den Haag wordt beslist en wordt dichtgeregeld? Het CDA pleit dan ook voor herinvoering van de productschappen.”
„Wat ik mis, is een plek waar de overheid, het bedrijfsleven, de markt en het onderwijs elkaar vinden. Het is zonde dat we destijds de productschappen hebben afgeschaft, omdat je binnen die clusters afspraken kunt maken over bijvoorbeeld de doelen op het gebied van natuur en klimaat, maar ook sectorale afspraken over diergezondheid bijvoorbeeld. Ik denk dat dat veel beter werkt dan dat je alles in Den Haag gaat bedenken.”
De CDA’er vindt de antibiotica-aanpak die in de veehouderij werd opgesteld een goed voorbeeld van hoe zo’n productschap zou kunnen functioneren. „Daar kwam geen overheid bij kijken en was echt een gedragen plan vanuit de sector. Die aanpak heeft zich bewezen, want het antibioticagebruik daalde. Zulke initiatieven zouden veel meer ontplooid moeten worden. Ook bij doelsturing bijvoorbeeld zou je afspraken binnen een productschap per sector kunnen maken over onder meer de juridische borging. Ik heb er echt vertrouwen in dat dat gaat werken. Dat is ook de reden dat we het stikstofplan van LTO/NAJK in het verkiezingsprogramma van ons hebben opgenomen. Dat is een plan dat van onderaf komt. Ik vind het ook mooi dat de jonge boeren daaronder staan. Zij zijn de toekomst en daar moeten we als politiek echt genoeg oog voor houden.”
Lees hier het hele interview met Koorevaar
Laura Bromet (GroenLinks-PvdA):
‘Oneindig veel plaats voor groene boeren in Nederland’
Wat voor landbouw wil GroenLinks-PvdA in Nederland?
„Wij staan voor een omslag van de landbouw, waarbij de veehouderij een veel kleinere rol krijgt. Waarin we landbouwgrond willen gebruiken om voedsel voor mensen te verbouwen in plaats van voedsel voor dieren. Dat kun je platslaan door te zeggen ‘jullie halen grond weg bij boeren’. Maar wij willen dat boeren in Nederland gelukkig zijn, dat ze een goed inkomen hebben, dat ze een toekomst voor zich zien. En we denken niet dat dat haalbaar is voor elke boer als die blijft produceren zoals die nu produceert.”
Voor hoeveel boeren zou er plaats zijn in Nederland?
„Ik zou daar zo niet naar kijken. Ik zou eerder kijken naar voor hoeveel dieren er plaats is in Nederland.”
Voor hoeveel dieren is er dan plaats?
„Ja, ik ga daar geen getal aan hangen. Maar dat zal bepaald worden door hoeveel mest je kwijt kunt zonder het milieu te belasten. En door hoeveel voedsel voor dieren je kunt verbouwen. Maar wie maakt het nou uit hoeveel boeren we in Nederland hebben? We vragen toch ook niet voor hoeveel bakkers er plaats is?”
Ik denk dat het voor boeren wel uitmaakt of te weten of er plaats voor hen is.
„Nou, volgens ons is er oneindig veel plaats voor boeren in Nederland, als ze een inkomen kunnen verdienen terwijl ze ondernemen in evenwicht met de natuur. En gelukkig slagen een heleboel boeren daarin. Zij wijzen wat ons betreft de weg naar de toekomst van de landbouw.”
Lees hier het hele interview met Bromet
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ellen Meinen, Bas Lageschaar, D66, JA21, Ruth van Schriek








