Overijssel: schrappen van Natura 2000-gebied Engbertsdijksvenen niet aan de orde

‘De Habitatrichtlijn biedt in uitzonderlijke gevallen ruimte voor schrappen van een natuurgebied, maar dat vereist een aantoonbare fysieke onmogelijkheid tot natuurherstel', schrijft Gedeputeerde Staten (GS). 'Dat is voor Engbertsdijksvenen niet aan de orde. Wij moeten ons daarom actief blijven inspannen om de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied te realiseren.’
Kritische vragen
Het college reageert daarmee op zeer kritische vragen van Statenlid Adam Bakker (Overijssel Vooruit). Volgens Bakker is een aanvraag voor herziening of zelfs schrappen van een natuurgebied bij de Europese Commissie juridisch verplicht als blijkt dat de instandhoudingsdoelen voor flora en fauna niet haalbaar zijn. Dat is volgens het Statenlid in het verleden ook gebeurd bij de kleine natuurgebieden Teeselinkven bij Neede en Boddenbroek bij Hengevelde: ‘Hoe rechtvaardigt GS dat Engbertsdijkvenen formeel de Natura 2000-status behoudt, terwijl er, conform de eigen besluiten, geen enkel perspectief bestaat op herstel van de vereiste hydrologische condities voor habitattypen H7110A en H7120 (actieve en herstellende hoogvenen)?’
Het Overijsselse college ziet dat heel anders: ‘Artikel 9 van de Habitatrichtlijn biedt in uitzonderlijke gevallen ruimte voor schrappen van een gebied, maar dat vereist aantoonbare fysieke onmogelijkheid tot herstel. Dat is voor Engbertsdijksvenen niet aan de orde. Wij moeten ons daarom actief blijven inspannen om de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied te realiseren en er mede via vergunningverlening voor zorgen dat geen verslechtering optreedt.’
Fair play
Het Statenlid is ook kritisch over de waterhuishouding in het gebied: ‘Erkent GS dat het, bij afwezigheid van een gevalideerd hydrologisch model, verleggen van de bewijslast naar individuele agrariërs neerkomt op een wanhoopsdaad die de eigen structurele tekortkoming camoufleert? En die in strijd is met het fair play en het zorgvuldigheidsbeginsel?’
Volgens GS is er wel een erkend hydrologisch model aanwezig, opgesteld binnen het Natura 2000-gebiedsproces Engbertsdijksvenen: ‘De Raad van State heeft voor het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) geoordeeld dat het gehanteerde model bruikbaar is voor het inschatten van de effecten van de maatregelen. Dit model is eveneens gebruikt voor het bepalen van de effecten van de maatregelen buiten het natuurgebied.’
Perceelontwatering
Wel besloot het college om voor het omliggende agrarische land geen effectafstand voor drainage vast te stellen: ‘De grondslag van dit besluit van 22 juli 2025 is het ontbreken van informatie over perceelontwatering en agrarische grondwateronttrekkingen en niet het ontbreken van een gevalideerd hydrologisch model.’
De slotvraag van het Statenlid welke gevolgen het meest reëel zijn, enerzijds het eindeloos aanhouden van een juridisch fictieve Natura 2000-status zonder uitvoeringsmogelijkheden of anderzijds een eerlijke en wetenschappelijk verantwoorde beëindiging van de status overeenkomstig het Europese recht vindt het college niet relevant: ‘Beide gevolgen worden niet als reëel geacht, gezien de uitkomsten van het gebiedsproces.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Staatsbosbeheer
