Opinie: Vertrouwen, het nieuwe verdienmodel

Toen mijn grootvader naar de Boerenleenbank moest, om zijn eerste trekker te kunnen kopen, had hij geen businessplan bij zich. Hij had alleen zijn pet en de groeven in zijn eeltige handen. De mannen aan de andere kant van de tafel waren tevens de bestuurders van de bank. Daar zaten ook een paar boeren uit de buurt tussen.
Het gesprek duurde amper 10 minuten. Het ging over koeien en kalveren, en of het goed ging met de boerderij. Er werd geen boekhouding of jaarstukken gevraagd. De boeren achter de tafel kenden opa wel, als het hoofd van een hardwerkende familie. Ze wisten dat hij zich nog liever dood zou werken, dan dat hij de gevraagde lening niet zou terugbetalen. Ze vertrouwden hem. De lening kwam er, nog dezelfde middag.
De afstand tussen bank en boer groeide
Jaren geleden sprak ik een bankier en vertelde hem dit verhaal. Hij lachte en zei: „Ja, jongen, vertrouwen is goed, maar controle is beter.” En dát is precies wat er in de loop der jaren is gebeurd. De banken werden groter, de afstand tussen bank en boer groeide.
En niet alleen bij de banken, maar ook bij andere instituten, bedrijven en overheden voltrok zich dezelfde verschuiving. Er kwamen computers, data en statistieken. Er kwamen formulieren, analyses en rekenmodellen. En langzaam maar zeker maakte het vertrouwen plaats voor controle.
En bij controle hoort nog iets anders. Want wie gecontroleerd wordt, moet iets aantonen. Aantonen dat zijn bedrijf gezond is, aantonen dat het milieu niet vervuild wordt, aantonen dat de natuur niet verslechtert. Maar hoe toon je dat aan? Zeggen dat je je best doet, is dus niet meer voldoende. Ze hebben er een nieuw woord voor ingeburgerd.
Zeggen dat je je best doet, is dus niet meer voldoende
Je moet het … en daar is dat woord … ‘borgen’. Borgen dat je de waterkwaliteit niet verslechtert, borgen dat je emissies reduceert, borgen dat je binnen de gebruiksnormen blijft. ‘Borgen’, het woord dat in elk beleidsstuk en in elke wet staat. Dat bij elke controle aan bod komt.
De boer die zegt: „Ik doe mijn best, elke dag”, krijgt al snel de wedervraag „Ja, maar kunt u dat ook bewijzen? Hoe heeft u dat geborgd?” Liefst met data. Liefst realtime. Liefst via een dashboard waar iemand anders van afstand op kan inloggen. Want controle heeft als nadeel dat het veel tijd en geld kost. Althans, voor degene die gecontroleerd wordt.
Aan de andere kant is de controlemaatschappij een gouden berg voor degenen die er hun verdienmodel van gemaakt hebben. En ja, vertrouwen kost niets, geen tijd en geen geld. Daar valt voor de controleur weinig mee te verdienen.
Vertrouwen kost niets
De Nederlandse landbouw is groot geworden op vertrouwen. Vertrouwen op de kennis en het vakmanschap van boeren die het doen moeten. Vertrouwen binnen families, tussen generaties, tussen mens en dier. Vertrouwen in de techniek, om het paard te vervangen door de trekker. Misschien is het tijd om dat vertrouwen weer eens wat vaker mee te nemen naar de vergadertafel, het beleidsstuk en het publieke debat.
Misschien moeten we het eens omdraaien. Wat als vertrouwen niet het eindresultaat is van beleid, maar het vertrekpunt? Wat als we niet beginnen met de vraag „Hoe voorkomen we dat het misgaat?”, maar met „Wat hebben boeren nodig om het goed te doen? Om ze in hun kracht te zetten?” Geen blind vertrouwen, maar volwassen vertrouwen, met kaders, maar ook de ruimte om naar eigen inzicht professioneel te handelen.
De Nederlandse boer is in staat om de landbouw in al zijn verschijningen naar ongekende hoogten te tillen. We hebben dat eerder gedaan, grotendeels op basis van vertrouwen. En we kunnen dat weer, op alle gebieden, qua productiviteit, milieu, en duurzaamheid.
Laat de boer aan het roer en vertrouw op zijn koers en visie. Degenen die nu nog over zijn, hebben alle stormen overleefd en weten waar ze mee bezig zijn. Gun ze de ruimte en let maar eens op waartoe ze in staat zijn.
Fijne kerstdagen gewenst!
Tekst: Harmen Endendijk
Beeld: Ellen Meinen



