Taakstraf en voorwaardelijke stillegging bedrijf voor Slagharense veehouder

Volgens de rechtbank hadden veel runderen op het bedrijf geen droge en schone ligplaats en verkeerden zij in lichamelijk zeer slechte conditie. Daarnaast beschikten veel runderen niet over voldoende water. ‘Door die situatie in de stallen werden de gezondheid en het welzijn van de dieren ernstig benadeeld’, aldus de rechtbank.

Volle mestput

In maart 2017 werd door de NVWA geconstateerd dat runderen niet konden beschikken over een droge en schone ligplaats. In de ligboxenstal was de bodem van alle ligboxen aangekoekt met een laag oude en verse mest. Daarnaast was de roostervloer van de looppaden bedekt met natte mest doordat de mestput vol was. De veehouder had destijds ook zes zieke en/of gewonde runderen niet afgezonderd in een passende ruimte. Verder waren elf runderen niet voorzien van oormerken.

De NVWA voerde in februari 2018 opnieuw een controle uit op het bedrijf in Slagharen. Toen constateerde de NVWA dat runderen niet konden beschikken over droge en schone ligplaatsen en voldoende water. Tot slot heeft de boer in de periode van 5 februari tot en met 5 maart 2018 een ziek of gewond rund niet op ‘passende wijze verzorgd’.

Geen representatief beeld

Volgens de verdediging van de veehouder werden de runderen goed verzorgd en waren de stallen in orde. ‘De processen-verbaal van de NVWA, de daar bijgevoegde foto’s en veterinaire verklaringen geven geen representatief beeld van de situatie van het bedrijf’, aldus de raadvrouw. Dat er mest op de grond lag in de stallen, kwam volgens de raadsvrouw doordat de veehouder kort vóór 28 maart 2017 en 6 februari 2018 mest had gemixt. ‘Door een constructiefout in de stallen loopt de mestput dan over’, stelde de verdediging. Volgens haar maakt de boer na het mest mixen altijd direct schoon maar was hij hier nog niet aan toe gekomen omdat de inspecties ‘zo kort op het mixen plaatsvonden’.

De rechtbank stelt geen reden te hebben om te twijfelen aan de processen-verbaal van de NVWA en de veterinaire verklaringen. Daarnaast acht de rechtbank het ‘zeer onwaarschijnlijk’ dat de eerste inspecties in maart 2017 en februari 2018 bij toeval beide kort na het mixen plaatsvonden. ‘Daarbij komt dat verdachte wisselend heeft verklaard over de momenten in het jaar waarop normaliter gemixt wordt en hij kennelijk wist dat door een constructiefout tijdens en na het mixen de mestput overliep zodat van hem juist verwacht mocht worden dat hij in dat kader maatregelen zou treffen’, aldus de rechtbank.