CDA: Snel duidelijkheid over botsende belangen natuurherstel en drinkwaterwinning in Wierdense Veld

„Over de gevolgen voor de omgeving is door GS niets gemeld en dat vinden we zorgelijk,” zo stelt CDA-Statenlid Jeroen Piksen. Volgens hem blijven de agrarische bedrijven rond het gebied nu nog langer in onzekerheid ‘met alle economische en sociale gevolgen van dien’. „Hetzelfde geldt voor industrieterrein Groot Lochter 3 in Nijverdal. Potentiële kopers van grond worden afgeschrikt omdat de onzekerheid over het verkrijgen van een omgevingsvergunning te groot is”, legt Piksen uit.
Waterwinningen
Vorig maand besloot GS om voorlopig te stoppen met het door LTO Noord geleide gebiedsproces in het Wierdense Veld dat eind 2016 door de staatssecretaris van Economische Zaken definitief' aangewezen werd als Natura 2000-gebied. Daardoor moesten onder meer herstellend en actief hoogveen in het gebied beschermd worden tegen achteruitgang en voor zover mogelijk ook weer verbeterd. Daarvoor is onder meer een hoge grondwaterstand nodig. Dicht bij het natuurgebied zijn echter twee waterwinningen (Wierden en Hoge Hexel) die invloed hebben op de grondwaterstand onder het Wierdense Veld. Ook deze waterwinningen zijn volgens GS van groot maatschappelijk belang, onder meer door de sluiting van een bron bij Enschede.
Ingrijpende maatregelen
Een projectteam onder leiding van LTO Noord kwam tot de conclusie dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om de gestelde Natura 2000-doelen te kunnen halen. Deze plannen zijn vervolgens doorgerekend met behulp van een grondwatermodel om te zien hoe effectief de maatregelen zijn. De conclusie was dat het behalen van de Natura-2000 doelen sterk afhankelijk is van de drinkwaterwinningen Wierden en Hoge Hexel. De Bestuurlijke Advies Commissie (BAC) met vertegenwoordigers van onder meer regionale gemeenten, landbouw- en natuurorganisaties legde die conclusie voor aan het provinciebestuur.
‘Natura 2000-doelen en de drinkwatervoorziening Twente zijn allebei van groot maatschappelijk belang. Aangezien de provincie verantwoordelijk is voor beide wordt in het lopende gebiedsproces een pas op de plaats gemaakt’ , aldus GS. Het College wil nu het initiatief nemen voor het opzetten van een vervolgtraject om een oplossing te vinden. Daarbij zal ook het ministerie van LNV ingeschakeld worden. ‘Tijdens dit vervolgtraject zetten we de zorgvuldige manier van communiceren zoals die in het gebiedsproces plaatsvond voort. Afhankelijk van de uitkomsten beslissen wij daarna over de vervolgstappen. U wordt hier als Provinciale Staten gedurende het proces over geïnformeerd,” stelt GS in een brief aan Provinciale Staten.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel