Veel vragen Overijsselse politiek over piekbelasters

GroenLinks en de PvdA-fractie wijzen ook op een artikel in dagblad Tubantia waarin pluimveehouder Erik Wevers nabij Natura 2000-gebied de Borkeld (bij Markelo) laat weten dat hij best wil verkopen maar dat zijn aanbod door de provincie genegeerd wordt.

CU-Statenlid Renate van der Velde wil van GS onder meer weten hoeveel van deze piekbelasters in Overijssel zijn, om wat voor soort agrarische bedrijven het gaat, hoeveel stikstof zij volgens hun vergunning mogen uitstoten en wat hun aandeel in de totale stikstofuitstoot is in deze provincie.

Ook wil ze weten of de provincie in gesprek wil gaan met deze bedrijven met als doel vermindering van de uitstoot; ’Is het College bereid om piekbelasters te wijzen op hun grote mate van stikstofuitstoot en de mogelijkheden om dit te verminderen actief onder hun aandacht te brengen?’

Definitie piekbelaster

Ook GroenLinks-Statenlid Lucas Brinkhuis wil weten hoeveel van deze piekbelasters er in Overijssel zijn en wat volgens de GS de definitie van zo’n bedrijf is. Brinkhuis wil verder weten hoeveel bedrijven zich hebben gemeld voor vrijwillige uitkoop.

Zowel hij als zijn PvdA-collega Peter Hermans wijzen op een artikel over pluimveehouder Erik Wevers. Die wil zich laten uitkopen maar zijn aanbod zou volgens Wevers door de provincie niet in behandeling zijn genomen. ‘Op welke gronden heeft GS (nog) geen gebruik gemaakt van het aanbod van deze ondernemer om de stikstofruimte op te kopen?’ zo vraagt Hermans. Hij spreekt in dit verband over het ‘oogsten van laaghangend stikstof’.

Onterecht

CDA-Statenlid Jeroen Piksen noemt het Investico-onderzoek naar piekbelasters niet maar heeft wel veel vragen over de door het kabinetsregeling voor het gericht opkopen van veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden. Zo vindt Piksen het onterecht dat een verkopende veehouder niet elders opnieuw mag beginnen; ‘Dit kan een reden zijn niet aan gewenste uitkoop mee te doen. Elders een bedrijf overnemen leidt niet tot meer stikstof.’

Van GS wil hij weten of de provincie veehouders gaat benaderen voor deelname aan de opkoopregeling; ’Te allen tijde moet vrijwilligheid voorop staan. Welke situatie ontstaat er als in bepaalde gebieden geen belangstelling voor de regeling bestaat?’