Praktijkonderzoek op het eigen melkveebedrijf
Els Uijterlinde profileert zichzelf graag als onderzoeksboerin. Na haar studie Dierwetenschappen in Wageningen en een baan bij Denkavit lonkte toch het eigen erf weer. Samen met haar man namen ze hun intrek op melkveehouderij Erve Mentink in Deurningen (OV). Haar nieuwsgierige aard, drang om te onderzoeken en gemis aan goed praktijkonderzoek deed haar beslissen om het eigen bedrijf in te zetten voor praktijkonderzoek.
Het eerste idee van Uijterlinde was om voornamelijk experimenten te doen voor de veevoerindustrie. Maar Sinds 2016 hebben ze al een breed scala van onderwerpen onderzocht. En die onderwerpen gaan van kruidenrijk grasland tot diergezondheid in de transitieperiode en het testen van kalverhuisvesting. „De onderwerpen zijn heel uiteenlopend en de tijd die je eraan kwijt bent verschilt dus ook heel erg. Het onderzoek naar kruidenrijk grasland dat we samen met het Louis Bolk instituut en VKON deden heeft drie jaar gelopen. Maar er zijn ook onderzoeken van een paar weken.”
Kruidenrijk grasland
Uit het driejarige onderzoek naar kruidenrijk grasland is gebleken dat kruidenrijk grasland een gelijke tot hogere droge stof en ruw eiwit opbrengst heeft ten opzichte van een monocultuur aan Engels raaigras. Dit effect is echter wel afhankelijk van de samenstelling van het kruidenrijke mengsel. Ook zag dat ze minder last hadden van onkruid en dat de grassen beter bestand waren tegen droogte.
Uijterlinde blijft daarom onderzoek doen op haar eigen melkveebedrijf. Uijterlinde: „We willen praktische vragen kunnen beantwoorden zoals: hoe goed blijven de kruiden staan vijf jaar na inzaai, hoe beïnvloeden de verschillende kruiden de vertering van de rest van het rantsoen en hoe groot en meetbaar is het effect op biodiversiteit.”
Voertoevoegingen
Ook op veevoedingsaspect zijn een aantal veelbelovende resultaten gevonden na het onderzoek in de praktijk. Zo ontdekte ze op Erve Mentink dat het voeren van magnesiumbutyraat tijdens de droogstand een trend liet zien van betere biestkwaliteit en een hogere melkproductie in het begin van de lactatie. Deze trends zijn inmiddels bevestigd door andere buitenlandse onderzoeken.
Ook hebben ze getest of het voeren van een product op basis van knoflook en kaneel, bedoeld om de methaanemissie van koeien te verlagen, niet zorgt voor een afwijkende smaak van de melk. Dit hebben ze getest door middel van sensorisch onderzoek en met behulp van een consumentenpanel. Of het product ook zorgde voor een verlaging van de methaanemissie is niet getest op het melkveebedrijf van Uijterlinde.
Lees verder in de aankomende editie van Vee & Gewas. Deze belandt dinsdag 22 deceber bij u op de mat. Bent u nog geen abonnee? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan.
