Ruilverkaveling Staphorst: 37 procent van de grond geruild

Staphorst is het grootste ruilverkavelingsproject en ook één van de laatste in een rij van wettelijke ruilverkavelingen die de provincie Overijssel de afgelopen decennia heeft uitgevoerd.
Inrichtingsplan
Het projectgebied rondom Staphorst, IJhorst en Punthorst is ongeveer 6.000 hectare groot waarvan 5.300 hectare agrarische grond. Aanvankelijk zette de gemeente Staphorst in op een vrijwillige verkaveling maar dat gaf onvoldoende resultaat. De provincie Overijssel werd daarna gevraagd om een inrichtingsplan te maken voor een wettelijke verkaveling. Dit traject is in 2013 opgestart. Sindsdien is een proces doorlopen met wenszittingen, een ontwerpplan, bezwaarmogelijkheden, vastgesteld ruilplan en beroepsmogelijkheden tot een onherroepelijk- en door de rechtbank vastgesteld ruilplan.
De Overijsselse Gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (Landbouw en Natuur) is erg te spreken over het resultaat waardoor de positie en structuur van de lokale landbouw flink verbeterd is. „Deze ruilverkaveling helpt grondeigenaren om kosten te besparen en efficiënter te werken.”
Minder verkeersbewegingen
Hij onderbouwt dat met cijfers. „Hier is 37 procent van de grond geruild, wat uitzonderlijk veel is. Huiskavels zijn hierdoor per bedrijf gemiddeld 19 procent groter geworden en veldkavels zijn per bedrijf gemiddeld met 38 procent vergroot. Als gevolg hiervan neemt het aantal verkeersbewegingen van landbouwvoertuigen af met ruim 200.000 kilometer per jaar. Dat is niet alleen gunstig voor de portemonnee van de betrokken boeren maar ook van belang voor de verkeersveiligheid en het milieu.”
Ten Bolscher ziet meer voordelen. „Zo is binnen het plangebied ook ruimte gemaakt voor nieuwe natuur, kan een fietspad worden aangelegd, worden waterlopen verbreed en komt er een waterberging.” Naast een kleine bijdrage vanuit Brussel zijn de meeste kosten van de ruilverkaveling Staphorst voor rekening van de provincie.
Acht procent
De betrokken grondeigenaren dragen ruim acht procent van de kosten bij. „Maar de ervaring leert dat wat een individuele eigenaar moet betalen, meestal binnen één tot twee jaar is terugverdiend”, zo weet de gedeputeerde.
Vanwege corona kon er geen fysieke afsluitingsbijeenkomst gehouden worden. Via een livestream werd het programma toch door betrokken grondeigenaren bijgewoond.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Kadaster