Boeren succesvol met stilleggen kadeherstel in Engbertsdijksvenen

De Raad van State is er niet van overtuigd dat de graafwerkzaamheden in het zwaar beschermde Natura 2000-gebied in de gemeente Twenterand geen enkel nadelig effect hebben op de te beschermen natuurwaarden (herstellend hoogveen) in het gebied. De hoogste bestuursrechter wil dat later dit jaar tijdens de bodemzaak nog eens haarfijn gaan uitzoeken.
Om te voorkomen dat er tussen nu en de bodemzaak en einduitspraak toch wordt doorgewerkt en onherstelbare schade ontstaat, schorst de Raad het Overijsselse inpassingsplan voor de Engbertsdijksvenen. Want het graven in bestaand natuurgebied kan later funest blijken voor het te beschermen herstellend hoogveen.
Flinke tik
De uitspraak betekent een flinke tik op de vingers van de provincie Overijssel en Staatsbosbeheer. Die laatste is al sinds 1958 bezig het hoogveen op de Engbertsdijksvenen te herstellen. De tegenstanders, waaronder een groot aantal agrariërs en landgoedeigenaren spanden de spoedzaak aan omdat zij niet snappen waarom de provincie Overijssel en Staatsbosbeheer plotseling zo’n haast hadden om in het Natura 2000-gebied een groot aantal oude veenkades op te hogen en nieuwe kades aan te leggen. De Raad van State is ook nog niet overtuigd en maakt met de spoeduitspraak van vandaag een pas op de plaats. Door de uitspraak moet Staatsbosbeheer voorlopig stoppen met het graven en verplaatsen van grond en het ophogen van de kades.
Instorten
Eerder tijdens de rechtszaak legde Overijssel en Staatsbosbeheer uit dat er juist reden voor grote haast, omdat een groot aantal uitgedroogde veenkades op instorten staat. Na een eventuele doorbraak van een veenkade stroomt regenwater in rap tempo weg en zou het hoogveen fataal kunnen uitdrogen. Met ophogen en verstevigingen van de kades wordt meer regenwater vastgehouden en kan het hoogveen aangroeien. Maar voor de werkzaamheden moet de bos- en natuurbeheerder in hoogveen graven. En dat is eigenlijk verboden volgens de Natuurbeschermingswet. Later dit jaar volgt de bodemzaak en een eindoordeel.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel