Raad van State: ‘Vogelgrieprisico door uiterwaardeproject Vecht Overijssel verwaarloosbaar’

Met een spoeduitspraak wijst de Raad vandaag de bezwaren van omliggende pluimveehouders dan ook voorlopig van de hand. Later dit jaar volgt nog een bodemzaak. Daarin wil de hoogste bestuursrechter nader onderzoek doen naar de vrees van de pluimveehouders dat het Baalder Uiterwaardproject tot een verhoogde kans op vogelgriep in de pluimveehouderijen zal leiden.
Weidevogels
In ieder geval is rechter en staatsraad Rosa Uijlenburg nog lang niet overtuigd van de ernst van de situatie, zoals die eerder door de Nederlandse Vereniging Pluimveehouderijen (NVP) is geschetst. Hoewel het uiterwaardenproject bedoeld is om de Vecht bij hoog water van meer en breder stroomgebied te voorzien, is het eveneens een oogmerk om het gebied aantrekkelijker te maken voor weidevogels, zoals kieviten en grutto’s.
Maar niet voor watervogels, zoals eenden en ganzen. Aangezien van vooral wilde watervogels bekend is dat ze het vogelgriepvirus bij zich kunnen dragen en verspreiden, is de kans dat omliggende pluimveehouderijen besmet worden zeer klein, aldus het hoogste bestuursrechtscollege. Bovendien liggen de meeste pluimveehouderijen op meer dan 500 meter van het uiterwaardenproject.
Hoogwaterseizoen
De meest risicovolle bedrijven, de vrije uitloopkippenhouderijen liggen zelfs op meer dan vijf kilometer. Verder stelt de staatsraad in de spoeduitspraak vast dat het project niet meer dan 5.700 vierkante meter nieuw open water zal opleveren. Hoe dan ook, vindt de staatsraad de belangen van het waterschap om ruim voor het begin van het hoogwaterseizoen te beginnen met de werkzaamheden zwaarder wegen dan het belang van de pluimveehouders om de verre omgeving watervogelvrij het houden. Later dit jaar volgt de bodemzaak bij de hoogste bestuursrechter.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen