Dwangsommen Haaksbergense melkveehouder stapelen zich op

Het is niet voor het eerst dat Hesselink een rechtszaak bij de hoogste bestuursrechter tegen een dwangsom verliest. In oktober vorig jaar kreeg hij van de Raad van State te horen dat dat hij 60.000 euro aan de gemeente moet overmaken. Die dwangsom heeft te maken met de opslag van mest. Die zou niet op een vloeistofdichte vloer liggen. De gemeente dreigde met een dwangsom. Die ging tikken toen de veehouder geen actie ondernam. Het bedrag liep op tot het maximale van 60.000 euro.
Onenigheid met NVWA
De dwangsom van 55.000 euro waar de Raad van State woensdag uitspraak over deed heeft te maken met rommel op het erf. Volgens de gemeente liggen er al jaren klinkers, bouwmaterialen en grasbalen. Er staan drie gevulde bovengrondse olietanks die niet zijn gecertificeerd. De Raad van State vindt dat de gemeente Hesselink terecht de wacht heeft aangezegd. Hesselink zegt dat het bouwmaterialen zijn voor een nieuwe stal. Die durft hij nog niet te bouwen omdat hij onenigheid heeft met onder andere de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) over de verkoop van rauwe melk voor humane consumptie.
Betalingsregeling
Hesselink zei op de rechtszitting vorige maand dat hij de dwangsommen niet kan betalen. Die van 60.000 euro lost hij intussen af met 25 euro per maand. De gemeente Haaksbergen gaat de melkveehouder ook voor de dwangsom van 55.000 euro een afbetalingsregeling aanbieden.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Ruth van Schriek