Raad van State ziet te weinig slooprijpe agrarische bebouwing in Lochem

Reden is dat de hoogste bestuursrechter een sterk vermoeden heeft dat gemeente Lochem in strijd heeft gehandeld met haar eigen beleid om woningbouw toe te staan in ruil voor de sloop van leegstaande agrarische bedrijfsbebouwing. Volgens deze FAB-regeling (Beleidskader Functieverandering Agrarische Bebouwing Lochum) moet er een groter oppervlak aan oude bedrijfsbebouwing worden gesloopt dan in woonoppervlak wordt teruggebouwd. Verder moeten de woningen zoveel mogelijk op de plek van de gesloopte gebouwen komen. En als dat niet lukt dan mogen ze elders op een perceel met een agrarische bedrijfsbestemming worden gebouwd. Het bouwplan voor de vier woningen voldoet hier niet aan.
Tegen de vlakte
Zo merkt de Raad in de uitspraak op dat bij lange na niet zeker is dat de te slopen gebouwen, aan de Tunnelweg 4 en de Barchemse Vrochterdijk 11 ook werkelijk tegen de vlakte gaan. Bovendien kan er op die locaties, naast de vier woningen op het weiland, ook één burgerwoning komen. Verder voldoet het plan niet aan de voorwaarde dat nieuwe woningen op een eventueel andere locatie alleen op percelen met een agrarische bedrijfsbestemming mogen komen.
De voorzieningenrechter van de Raad van State stelt weliswaar vast dat de woningen op een agrarische weiland zijn geprojecteerd , maar niet op een (voormalig) boerenerf. Al met al verwacht de bestuursrechter dat het bestemmingsplan in de bodemzaak onderuit zal gaan. Om die reden schort de Raad het bestemmingsplan op. En om te voorkomen dat de gemeente gauw bouw(omgevings)vergunningen verleent en initiatiefnemer Klein Brinke voor de einduitspraak aan de slag kan.
Later dit jaar of begin 2022 zal de hoogste bestuursrechter de bodemzaak behandelen en daarna een eindoordeel geven. De uitspraak betekent een flinke opsteker voor een aantal bewoners van de Zutphenseweg. Zij spanden de zaak aan omdat ze er met de pet niet bij kunnen dat de gemeente Lochem doodleuk opnieuw een bouwplan voor vier woningen in een weiland achter hun woningen in procedure heeft gebracht. Wordt vervolgd.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek