Vruchtbare Kringloop Achterhoek pleit voor maatwerk bij bemesting
Achterhoekse bodem in goede conditie, wel daalt de fosfaatbeschikbaarheid

In het project ‘Locatie specifiek maatwerk voor bodem- en waterkwaliteit’ heeft het Nutriënten Management Instituut (NMI), met medewerking van de vereniging Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers (VKA) een uitgebreide data-analyse uitgevoerd. Hiervoor heeft het NMI gebruik gemaakt van beschikbare bodemanalyses van alle Achterhoekse percelen van de laatste 25 jaar, cijfers uit de KringloopWijzers van VKA-melkveehouders en de toepassing van de Open Bodem Index. Driehonderd VKA-boeren hebben hun gegevens beschikbaar gesteld voor het onderzoek.
De onderzoekers hebben in de analyse gekeken hoe het gehalte organischestof (OS), de fosfaatvoorraad en de fosfaatbeschikbaarheid in de bodem is veranderd in de afgelopen 25 jaar. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met grondsoort en landgebruik.
OS-gehalte op gelijk of stijgend
Uit deze analyse blijkt dat het OS-gehalte op de meeste bedrijven gelijk blijft of zelfs stijgt. Zo is het OS-gehalte in de bodem van grasland van 5,6 procent naar 5,8 procent gestegen in 20 jaar. Het OS-gehalte onder maïsland is iets minder veel gestegen. Het OS-gehalte is in 20 jaar met 0,5 gestegen naar 4,5.
„Deze conclusies bevestigen dat agrarische ondernemers via een uitgekiende vruchtwisseling, gebruik van vanggewassen en groenbemesters en slim bodembeheer erin slagen om de jaarlijkse afbraak van organischestof te compenseren en deze zelfs op te bouwen”, concludeert Gerard Ros, onderzoeker bij NMI.
Bestuurslid van de VKA Stefan te Selle: „Het onderzoek laat zien dat het in de Achterhoek best goed gaat met de bodems. Het NMI heeft met het onderzoek ontkracht dat er sprake zou zijn van zombiebodems.”
Fosfaatbeschikbaarheid daalt
Ook de fosfaatvoorraden in de bodem zijn toegenomen. Wel daalt de hoeveelheid direct beschikbare fosfaat. Uit de analyse bleek dat de fosfaatbeschikbaarheid (afhankelijk van het geteelde gewas) rond de één procent per jaar daalt. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt doordat er geen fosfaatevenwichtsbemesting kan worden uitgevoerd binnen de voorwaarden van derogatie. Te Selle: „Juist de daling van de fosfaatbeschikbaarheid is een teken dat we de bodem niet op het juiste niveau kunnen voeden door middel van bemesting om de fosfaatbeschikbaarheid op peil te houden. Dat vinden wij van VKA geen duurzaam en verantwoord bodemgebruik en zouden wij graag anders ingevuld zien.”
Aandachtspunten zijn er met name voor percelen met continue-mais en overig bouwland op het gebied van levering van stikstof en kalium. De belangrijkste knelpunten liggen nog rondom het sluiten van de kringloop van fosfaat , het zorgen voor een goede bodemstructuur en beschikbaarheid van water.
Maatwerk per bedrijf
Een generiek verdere verlaging van de input van nutriënten heeft volgens de onderzoekers geen zin in het verminderen van verliezen. Dat leidt zelfs tot een negatieve spiraal. Boeren moeten juist toewerken naar evenwichtsbemesting op bredere schaal. Waardoor opbrengsten weer kunnen stijgen, zonder extra stikstof bemesting, maar door een andere verhouding in de verdeling organische stikstof en kunstmeststikstof. Op die manier voed men de bodem in breedte, Kali, Fosfaat en mineralen, in plaats van met alleen stikstof. Hiervoor moet de oplossing vooral gezocht worden in maatwerk per bedrijf. Daarbij kan gedacht worden aan meer vruchtwisseling, variatie in organischestof-aanvoer of een betere verdeling van de bemesting binnen het bedrijf, met als resultaat een betere mestbenutting.
Te Selle: „We willen als VKA graag toe werken naar maatwerk voor bemesting. Er is een norm voor bemesting van stikstof, maar daardoor verschaalt de grond op fosfaat. We willen met de uitkomsten van dit onderzoek de minister bewegen om daadwerkelijk werk te maken van evenwichtsbemesting en niet alleen op stikstof, maar ook op fosfaat.”
Nog uitdagingen voor waterkwaliteit
Er zijn in de Achterhoek nog uitdagingen om de waterkwaliteit te verbeteren en nitraatuitspoeling te verminderen vinden de onderzoekers. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen is voor alle percelen in de Achterhoek in kaart gebracht welke kansen er liggen om de bodem zo te verbeteren dat de waterkwaliteit beter wordt. Op de meeste bedrijven kan er nog gestuurd worden op slimme bemestingstechnieken om de mest op de juiste plek, op het juiste moment, en met de juiste gift toe te dienen.
Als er een grote opgave ligt voor fosfaat dan zijn vaak maatregelen nodig die oppervlakkige afspoeling en ondiepe uitspoeling remmen door bijvoorbeeld het moment van bemesten en de mesthoeveelheid. Water vasthouden en zorgen voor voldoende aanvulling van het grondwater is op veel bedrijven nodig om zo de gevolgen van droge zomers te verminderen. Ros: „Maatwerk is cruciaal. Het is daarom aan te bevelen om te sturen op doelen in plaats van middelen en ondernemers de mogelijkheid te bieden om zelf maatwerkpakketten samen te stellen”, stelt Ros.
Achtergrond project
Om in de Achterhoek een verbeterslag uit te voeren op het gebied van bodemkwaliteit, duurzame landbouwproductie en waterkwaliteit is in 2019 het project ‘Locatie Specifiek Maatwerk in Bodemen Waterbeheer’ gestart, in samenwerking met VKA en het waterschap Rijn en IJssel. Dit project heeft inzicht gebracht in de trend, toestand en waardering van landbouwbodems, bemestingspraktijk, en risico op verliezen van stikstof en fosfor naar het watersysteem. Dit inzicht is vertaald naar concreet handelingsperspectief voor individuele bedrijven die kunnen worden ingezet om de waterkwaliteit te verbeteren. Het project is gefinancierd door de VKA-partners provincie Gelderland en Waterschap Rijn en IJssel.