Gezamenlijk project Deventer, Olst-Wijhe en Raalte gestart
Kavelruil Salland wil komende 2,5 jaar 250 ha landbouwgrond ruilen

Bij veehouder Gerrit Brilman op de Elshof (gemeente Olst-Wijhe) werd donderdagmiddag het startschot gegeven voor dit project ‘Kavelruil Salland’ met het aansnijden van een taart door de drie betrokken wethouders Liesbeth Grijsen (Deventer), Hans Olthof (Olst-Wijhe) en Wout Wagenmans (Raalte.) Deze drie gemeenten werken al langer nauw samen. Zo werd er in 2010 een gezamenlijk Landbouwontwikkelingsplan aangenomen en in 2012 een gezamenlijk bestemmingsplan buitengebied.
„De rol van de landbouw is hier in Salland ontzettend belangrijk. Je kunt je toch niet voorstellen dat er hier straks geen koeien meer in de wei lopen,” zo maakte wethouder Grijssen, zij heeft een veehouderij in Lettele, het grote belang van Kavelruil Salland duidelijk.
Kavelruil als continu proces
Volgens Gerko Hopster, adviseur landelijk gebied, is vrijwillige kavelruil ontzettend belangrijk. „In deze streek hebben we sinds 2000 veel kleinere kavelruilprojecten gehad zoals Luttenberg, Raalte-Zuid, de N35, Deventer en Wijhe-Laag Zuthem. De meeste daarvan zijn inmiddels afgerond. Alleen tijden veranderen en kavelruil moet een continu proces worden. Je moet continu aandacht hebben voor dit onderwerp om versnippering van landbouwgrond te voorkomen. En dus zorgen dat boeren die door willen gaan, vooral jonge boeren, dat ook kunnen. Met als doel grotere huiskavels en weidegang voor boeren, met minder percelen en minder verkeersbewegingen.”
Sinds 2000 zijn er volgens Hopster steeds nieuwe opgaves bij gekomen; waterberging, natuur, stikstof, energie. „Ook kansen op dat gebied pakken we. Er speelt nu heel veel op het platteland. Maar voorop staat dat we agrarische bedrijven die door willen, ook in moeilijke tijden zoals nu, de kans willen bieden om toekomstbestendig te worden. Daarbij zullen steeds meer partijen betrokken zijn. Afgelopen decennia werkten we bij kavelruilprojecten heel goed samen met LTO-Salland, de drie gemeenten, waterschap Drents Overijsselse Delta en de provincie Overijssel, maar er zullen steeds meer partijen bij komen. Het buitengebied heeft te maken met allerlei maatschappelijke gevolgen en invloeden. Denk maar aan stikstof.”
In de landbouw houden
Met de grond van (potentiële) stoppers als basis wil Kavelruil Salland plannen maken voor kavelruil zodat die landbouwgrond niet verloren gaat voor andere boeren die door (willen) gaan. Hopster: „Omdat nu ook grotere en verder heel courante agrarische bedrijven stoppen kun je misschien zelfs denken aan bedrijfsverplaatsingen in Salland. Uiteindelijk zou alles hier op de juiste plek met de juiste functie moeten liggen. Daarmee hebben agrarische bedrijven die doorgaan de beste toekomstkansen.”
Kavelruil Salland wil in dat proces de stoppende boer zelf zeker niet vergeten. „Het stoppen van jouw boerenbedrijf is nogal wat. Hoe moet dat bijvoorbeeld fiscaal en hoe moet je als stoppende boer verder met je leven? Daar moeten we oog voor hebben. We willen bijvoorbeeld vouchers gaan verstrekken waarmee zo’n stopper advies kan vragen aan deskundigen. Eigenlijk willen we met Kavelruil Salland een voorbeeld voor andere regio’s worden.”
Spanning in streek
Dat de praktijk weerbarstig is, weet veehouder en gastheer Gerrit Brilman. Na een vrijwillige kavelruil met hulp van gebiedscoördinator Cor Bosch uit Heino enkele jaren geleden groeide zijn huiskavel van 12 naar 17 ha. „Maar voor een melkveebedrijf met 100 koeien maakt dat weidegang nog niet heel makkelijk. Zeker niet omdat we rustig willen doorgroeien naar 120 koeien. Bovendien hebben we niet zo lang geleden een nieuwe stal gebouwd om zelf het jongvee op te gaan fokken. We weten dat een collega-veehouder overweegt te stoppen, maar die denkt aan het omzetten van zijn weiland in natuur. Dat zou voor ons heel jammer zijn.”
Leidt zoiets dan niet tot spanningen in een streek? De Raalter wethouder Wout Wagenmans daarover: „Spanningen in een gebied wil helemaal niemand. Zo’n kavelruil hoeft een boer ook niet alleen te doen. Daarom zetten we als gemeenten gebiedscoördinatoren en erfcoaches in. Die gaan met alle betrokken boeren apart aan tafel zitten om te praten. Zij weten wat er speelt en zoeken de oplossing waar iedereen zich in kan vinden. Of zij de Kop van Jut zijn als de belangen zo heel verschillend zijn? Nee, ik zie dat als smeerolie bij dit soort soms ingewikkelde processen.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen