Boeren vrezen nog steeds natte voeten door hoogveenproject Engbertsdijksvenen

Zij vrezen een sluipende vernatting van hun landerijen en menen dat de provincie Overijssel geen sluitende schaderegeling wil maken, omdat ze beweert dat het project geen enkel nadeel zal opleveren. Toch moest de provincie vandaag tijdens een rechtszaak over hoogveenproject Engbertsdijksvenen al water in de wijn doen. De provincie Overijssel beloofde tijdens de rechtszitting in Den Haag alsnog alle bestektekeningen voor de graaf- en kadeherstelwerkzaamheden aan de tegenstanders en Raad van State te overleggen.
128 tekeningen
Met die toezegging hoopt de provincie te voorkomen dat de hoogste bestuursrechter het hele hoogveenplan weer terug naar de tekentafel van het provinciehuis stuurt, wat maanden vertraging kan opleveren. De 128 ‘dwarsprofiel’-tekeningen zijn nodig om precies te kunnen bepalen in hoeveel hectare veengrond nu precies vergraven en gebulldozerd gaat worden om de nieuwe dijken en kades aan te leggen. Volgens de provincie is dat maximaal 22,7 hectare. Volgens de tegenstanders veel meer, zeker meer dan 25 ha. En als blijkt dat er in meer dan 25 ha veengrond geroerd gaat worden dan zal de provincie alsnog een kostbaar en tijdrovend Milieueffectonderzoek(MER) moeten doen, zo bleek vandaag tijdens en rechtszaak in Den Haag.
De provincie kreeg aanvankelijk maar vier bestek- of dwarsprofieltekeningen van Staatsbosbeheer. Overijssel vond dat voldoende omdat het om ‘representatieve’ tekeningen zou gaan. De Raad van State zette daar tijdens de rechtszaak grote vraagtekens bij, waarna de raadsman toezegde alsnog alle 128 tekeningen te overleggen. Overigens vragen de tegenstanders, omwonenden, boeren en landgoedeigenaren al jaren om transparante en controleerbare gegevens over het hoogveenproject. Zij zeiden het ongelooflijk te vinden dat Overijssel pas op de valreep met deze toezegging komt.
Geen vertrouwen in schaderegeling
Met dit hoogveenproject willen provincie, Staatsbosbeheer en waterschap zo’n 600 hectare hoogveen herstellen. Daarvoor willen de overheden 28 kilometer dijken en kades aanleggen. Die moeten het water in het gebied vasthouden, zodat het hoogveen weer kan aangroeien. De aanwonenden, waaronder veel boeren vrezen evenwel dat het hoge water achter de kades en dijken uiteindelijk op hun landerijen terecht komt en voor onaanvaardbare vernatting zorgt. De raadsman van de provincie ontkende dat tijdens de rechtszaak in Den Haag in alle toonaarden. „Uit alle onderzoeken blijkt dat de landerijen die tegen de Engbertsdijksvenen aanliggen geen schade zullen ondervinden. En mocht er toch iets misgaan dan is er een goede schaderegeling.”
Boer Henk Ormel gelooft er niets van dat de kans op aanzienlijke vernatting gering is en heeft ook weinig vertrouwen in de schaderegeling. „Wij zijn al tien jaar bezig met dit project. De provincie heeft geen enkel begrip voor het feit dat zij met dit project het woon- en leefgenot van tientallen omwonenden gaat verpesten. Van die schaderegeling heb ik nog niets gezien. Mijn ervaring is dat je zelf moet aantonen dat de schade aan de landerijen door dit hoogveenproject komt en dan heb je nog een eigen risico van tien procent ook. Bovendien wordt de schade dan voor tien jaar afgekocht terwijl het project voor eeuwen doorloopt en de volgende generaties ook met schade opzadelt.”
Past niet in omgeving
Ook landgoedeigenaar Max van Regteren was niet te spreken over de aanpak van Overijssel. „Onze familie beheert het landgoed Bruinehaar al vanaf de 12e eeuw. Dit hoogveenplan past helemaal niet in de natuurlijke en cultuur-historische omgeving. Straks komen er 40.000 vrachtwagens in het gebied om al dat zand voor de kades af te leveren. Door al die graafwerkzaamheden wordt bovendien veel bestaand hoogveen vernietigd. Veel beter is om diepere damwanden te slaan. Dat houdt het water veel beter binnen het hoogveengebied vast, levert geen vernatting van de agrarische percelen op en er zijn veel minder vrachtwagens nodig.”
Of de Raad van State ondanks de toezegging van de provincie het hoogveenplan vernietigd dan wel alsnog terug naar de tekentafel stuurt blijkt binnen enkele weken uit de uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel