CDA-raadslid Kemper blijft Hellendoornse partij nog trouw

Boerenzoon Kemper werkt als operator bij de kleine mengvoercoöperatie Zuid-Oost Salland in Haarle en Heeten. Daar zijn de stikstofplannen en ook de boerenacties het gesprek van de dag. „Maar laat duidelijk zijn dat het niet om mijn baan of zo gaat, integendeel. Ik denk dat ze in Den Haag gewoon niet beseffen wat die plannen voor impact hebben op het hele platteland. Laat ze eens gaan praten met vijf willekeurige boerengezinnen, dan pas besef je die impact.”
Bijsturen
Via een appgroep van CDA-bestuurders in het hele land probeert Kemper nu de plannen bij te sturen. „We hebben gezegd dat die KDW (Kritische Depositie Waarde) er af moet. En dat natuurgebieden die geen Natura 2000 zijn van dat stikstofkaartje moeten.”
„De minister heeft het alleen maar over opkoop en onteigening van boerenbedrijven. Terwijl ik vind dat we het juist samen met de mensen in het gebied zelf moeten aanpakken. En dat kan volgens mij ook heel goed. De provincie Overijssel wil niet voor niks verder met de eigen gebiedsgerichte aanpak. Ik heb Gedeputeerde Eddie van Hijum al horen zeggen dat Overijssel het helemaal niet aan kan als Den Haag die eigen stikstofplannen doorzet. Dat zou zoveel economische problemen opleveren. Het kabinet laat dit echt escaleren.”
Ondergeschikt aan inhoud
Kemper, die ook tussen 2002 en 2010 al voor CDA in de Hellendoornse raad zat, is blij met de saamhorigheid in de huidige vijf leden tellende raadsfractie van de christendemocraten. Die staat onder leiding van Jan Immink met een agrarisch bouw- en milieuadviesbureau in Daarle. „Maar de partij en de fractie zijn wat mij betreft wel ondergeschikt aan de inhoud van die landelijke stikstofplannen.”
Sympathie bij veehouders
Als CDA-raadslid wordt hij gezien als een vertegenwoordiger van het dorp waar hij woont en de landbouw in zijn gemeente (wat hem elke keer veel voorkeursstemmen opleverde). In een kranteninterview in de TC Tubantia in 2018 maakte hij geen geheim over waar zijn sympathie ligt; ‘Het raakt mij als hardwerkende kleine gezinsbedrijven weer eens als milieuvervuilers en dierenmishandelaars worden weggezet, terwijl het niveau van dierenwelzijn nergens ter wereld zo hoog is als in Nederland. Het slechte imago van de agrarische sector is te wijten aan suggestieve en verkeerde informatie en ik wil ervoor waken dat de Hellendoornse politiek op basis daarvan onterechte besluiten neemt. Neem die beperking van geitenhouderijen in enkele provincies, omdat het fijnstof dat deze bedrijven uitstoten de gezondheid van de omwonenden zou schaden. Dat is wetenschappelijk nog niet eens bewezen.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: CDA Overijssel