Gelderland niet van plan bufferstroken te versmallen

Het CDA is er niet van overtuigd dat bufferstroken van 100 tot 250 meter nodig zijn voor het herstellen van de waterkwaliteit in de beken in de Achterhoek. Kijkend naar de wetenschappelijke onderbouwing van het nut van bufferstroken van 100 tot 250 meter, is er slechts één studie die spreekt over een positief effect. De overige 42 studies laten zien dat bufferstroken breder dan 25 meter geen toegevoegde waarde hebben voor de waterkwaliteit.

Verplichte natuur op bufferstroken

GS geven in hun antwoorden op de vragen van Van Steenbrugge en Tolkamp echter een andere uitleg aan de uitkomsten van deze studies. In een brief aan de leden van de Provinciale Staten schrijven John Berends, Commissaris van de Koning: „Uit de onderzoeken komt naar voren dat nutriënten zich op hogere zandgronden via het grondwater over relatief kleine afstanden van minder dan 100 meter horizontaal verplaatsen. Het kan dus wenselijk zijn om binnen bufferzones de nieuwe natuur vooral dichtbij de waterlichamen aan te leggen. Een natuurbestemming past goed bij het feit dat de zones af en toe nat zullen zijn, of zelfs overstromen.” Alvorens Berends overging op het beantwoorden van de vragen van de Statenleden haalden Berends al een zienswijze van het kabinet aan over de gebiedsgerichte aanpak waaruit ook duidelijk naar voren komt dat de overheid op de bufferstroken kansen ziet voor het aanleggen van extra natuur of een verplichting tot extensivering. „.Als onderdeel van de gebiedsaanpak, beziet het kabinet de mogelijkheid om per 2027 een bestemmingsplanwijziging in te doen gaan waarmee de verplichting tot bijvoorbeeld natuurgrond of natuur inclusief grasland met extensieve begrazing wordt vastgelegd. Uitgangspunt is dat de bijbehorende afwaardering van de grond voor de landbouw wordt gecompenseerd.”

Impact onbekend

Gedeputeerde Staten (GS) is zich bewust van het gegeven dat een bufferstrook van 100 tot 250 meter een grote impact heeft op de land- en tuinbouw in dat gebied, maar heeft nog geen zicht op de concrete gevolgen op het economisch perspectief van de sector, de leefbaarheid van het platteland en de kosten die gemoeid zijn met het realiseren van de bufferstroken.

Opvallend is dat Berents een aantal keren naar voren brengt dat de bufferzones primair bedoeld zijn voor het weer robuust maken van de watersysteem om op die manier beter voorbereid te zijn op droge perioden en piekbuien. Waarbij hij ervan uitgaat dat de aangepaste inrichting ook een positief effect op het verbeteren van de waterkwaliteit, het halen van de stikstofdoelen in Natura 2000-gebieden en aan de klimaatbestendigheid. De zorgen van de CDA Statenleden richtten zich met name op het addendum van het 7^e Actieprogramma Nitraat.