Van der Wal: Eén kandidaat-koper landbouwgrond kan soms nog steeds

Volgens een uitspraak van de Raad van State moeten overheden bij de verkoop van grond gelegenheid moeten bieden aan gegadigden om mee te dingen. Dit zogeheten Didam-arrest hield volgens gedeputeerde Peter Drenth van Gelderland in dat het overheden niet zonder meer vrij zijn om grond te verkopen aan een partij naar keuze. Daardoor is het volgens Drenth vrijwel onmogelijk om kavel- en grondruilprojecten van de grond te laten komen en te schuiven met grond die volgens hem wel nodig is voor een gebiedsgerichte aanpak. Van der Wal meldt als reactie op een notitie van de provincie Gelderland dat dit – onder voorwaarden – wel kan. En dat kan positieve gevolgen kan hebben voor boeren die willen uitbreiden, verplaatsen of extensiveren.
Didam-arrest
In de notitie uit de provincie haar zorgen over vertraging in de gebiedsprocessen die kan optreden als gevolg van het zogenaamde Didam-arrest, schetst Van der Wal. ‘Het arrest werpt een ander licht op de eisen die worden gesteld aan het privaatrechtelijk handelen van overheden bij onroerend goed transacties. Na het arrest ontstond veel onzekerheid bij overheden en marktpartijen. Het arrest beoogt transparantie en gelijke kansen bij de verkoop van onroerende zaken door overheidsinstanties. De minister voor VRO schetst in zijn visie het dilemma tussen de snelheid in de ontwikkeling van nieuwe woningen om het woningtekort in te lopen, en de eisen om procedures zorgvuldig te doorlopen met ruimte voor een zorgvuldige belangenafweging.’
Openbare selectie, tenzij
Openbare selectie bij de verkoop geldt volgens Van der Wal als het uitgangspunt, waarbij een overheid criteria moet opstellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. ‘Een één-op-één selectie is niet zonder meer mogelijk. Ook dan is immers een zorgvuldige procedure vereist.’ Het is volgens Van der Wal in de gebiedsprocessen echter wel wenselijk om met een preferente partner of partners te kunnen werken.
Arrest biedt ruimte
‘Dit kan nog steeds, het arrest biedt daar ook ruimte toe. Het is mogelijk om geen uitgebreide selectieprocedure te volgen wanneer – op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria – gemotiveerd kan worden vastgesteld dat er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt.’