Grote meerderheid Staten Overijssel wil effect beheersmaatregelen in natuurgebieden onderzoeken

Volgens de indieners is de kwaliteit van de uitvoering van beheersmaatregelen door natuurorganisaties ‘een grote succesfactor voor het behalen van de gewenste natuurdoelen. ‘Controle en handhaving hierop is belangrijk om de doelmatigheid van besteding van belastinggelden te controleren. Het is zinloos om belastinggeld te besteden aan achteraf onhaalbare natuurdoelen.’
Proef in 1 gebied
Ook wordt gesteld dat bovengrondse gewenste natuurdoelen vaak haaks staan op ondergrondse activiteiten (zoals waterwinning). Ook wordt verwezen naar de inwoners van en rond natuurgebieden ‘die vaak over veel kennis van het gebied en benodigde beheer beschikken. Deze gebiedskennis moet gebruikt worden waardoor een betrouwbaarder beeld van de effecten van maatregelen van natuurorganisaties ontstaat.’
Het college van GS moet bekijken welk budget en andere aanvullende zaken er nodig zijn om deze monitoring uit te voeren. Er wordt gevraagd om met een proef in 1 natuurgebied te beginnen om kennis en ervaring op te doen. De vijf fracties wijzen erop dat Overijssel elk jaar een fors bedrag aan natuurdoelen uitgegeven wordt en dat deze bedragen vaak voor vele jaren vast staan; ‘Daarom moet onderzocht worden of de doelmatigheid van de besteding van deze middelen te monitoren valt. Dat wil zeggen krijgt de belastingbetaler waar voor zijn centen?’
Meer geld natuurbeheer
Ook een motie van BBB en SGP om meer geld beschikbaar te stellen voor Agrarisch Natuur en landschapsbeheer (ANLB) kreeg voldoende steun. Volgens de indieners Gert Brommer (BBB) en Jan Jonker (SGP) is ANLB, uitgevoerd door de gebiedscollectieven, een goede manier om natuur en biodiversiteit op het Overijsselse platteland te versterken. Volgens de twee Statenleden is de vraag bij boeren om deel te nemen groter dan het beschikbare budget; ‘Daarom moet GS in beeld brengen wat de mogelijkheden zijn om structureel meer middelen vrij te maken voor Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer voor heel Overijssel.’
Bescherming weidevogels
Een motie van PVDD, CDA en D66 over de risico’s van winturbines in weidevogelgebieden kreeg ook voldoende steun. Volgens de indieners overlappen de door de provincie voorgestelde zoekgebieden voor clusters van minstens vier windturbines met meerdere weidevogelgebieden; ‘Daarom is er zorg of het Natuurbeheerplan voldoende bescherming biedt om deze gebieden te beschermen tegen ruimtelijke ontwikkelingen van niet-agrarische aard zoals windturbines wanneer de omgevingswet in januari 2024 in werking treedt.’
De indieners vrezen dat hierdoor het areaal aan geschikt weidevogelgebied in Overijssel zodanig kan afnemen dat onvoldoende gebieden overblijven en daardoor weidevogels onvoldoende beschermd blijken.
Drugscriminaliteit
Woensdag werd een motie van de PvdDD verworpen waarin het college gevraagd wordt om ‘het aantal landbouwhuisdieren in megastallen in Overijssel tegen te gaan en hiermee te sturen op ruimte voor toekomstbestendige en extensievere landbouw.’
Een motie van Ingeborg Hoogveld (JA21) en Sebastiaan Stöteler (PVV), waarin om extra aandacht en geld voor drugscriminaliteit op het platteland werd gevraagd, is tenslotte woensdag aangehouden. De twee indieners hadden gevraagd aan GS om ‘binnen drie maanden een plan van Aanpak Ondermijning gereed te hebben met concrete doelen om het aantal drugslabs in Overijssel tot nul te reduceren.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen