Pas in 2024 besluit over aangekondigde proef met bollenteelt in Ommer drinkwatergebieden

De Ommer gemeenteraad nam daarover al in 2019 een besluit. Daarna is de gemeente samen met onder meer de WUR (Wageningen University & Research) eerst een literatuuronderzoek gestart naar de juridische mogelijkheden voor een volledig verbod op het gebruik van deze middelen in gebieden met grondwaterwinningen.
Proef
Het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel antwoordt dat op vragen van PvdA-Statenlid Peter Hermans. Op basis van de uitkomsten van dit literatuuronderzoek wordt komend jaar een besluit genomen over een proef met bollenteelt buiten het grondwaterbeschermingsgebied. Als hier geen geschikte locatie kan worden gevonden, dan wordt een pilot uitgevoerd in het grondwaterbeschermingsgebied zelf.
Het gaat allemaal om een destijds aangekondigde 5-jarige proef waarin Vitens samen met de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur (KAVB) wil onderzoeken of en in welke hoeveelheden gebruikte bestrijdingsmiddelen uitspoelen naar het grondwater in een grondwaterbeschermingsgebied. De gemeente Ommen heeft hiervoor destijds een tijdelijke ontheffing op het verbod voor bollenteelt verleend.
Aanvullende maatregelen
Het PvdA-Statenlid wilde ook weten of GS nog steeds vindt dat het landelijke mest- en gewasbeschermingsbeleid samen met het aanvullende provinciaal beschermingsbeleid voldoende bescherming biedt voor drinkwatervoorraden.
Het Overijsselse college stelt dat uit de meest recente gebiedsdossiers drinkwaterwinningen (uit 2023) duidelijk wordt dat ‘in toenemende mate in verschillende drinkwaterputten meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten worden gemeten’. Deze vormen volgens GS een bedreiging voor de grondwaterkwaliteit en daarmee voor het drinkwater; ‘In dat opzicht is de huidige bescherming niet voldoende gebleken en spreken we van een onwenselijke situatie. Daarom verkennen we op provinciaal niveau aanvullende maatregelen.’
Ontwikkelingen landelijk niveau
Het probleem is volgens GS is dat de provincie voor het mest- en gewasbeschermingsbeleid geheel of grotendeels afhankelijk is van de ontwikkelingen op landelijk niveau; ‘Staatsrechtelijk gezien betreft de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) namelijk een hogere wetgeving die uitsluitend regulering door de centrale overheid mogelijk maakt.’
Wel zegt Overijssel dat dit onderwerp bij het IPO (Inter Provinciaal Overleg) aangekaart is. Ook wordt verwezen naar een in november vorig jaar aangenomen motie van D66-Kamerlid Tjeerd de Groot waarin de regering wordt gevraagd om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden te stoppen.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel