Overijssel legt verbod op grote zonneparken ook juridisch vast

Wel worden er uitzonderingen gemaakt voor bijvoorbeeld ongebruikte gronden op bedrijventerreinen, boven parkeerterreinen en geluidwallen, voor kleine zonnevelden op agrarische erven (tot 2 ha) en van lokale initiatieven in stads- en dorpsranden (ook tot maximaal tot 2 ha oppervlakte).
De aankondiging dat nieuwe zonneparken niet meer zijn toegestaan heeft tot veel boosheid bij onder meer gemeenten en initiatiefnemers van zonneparken in Overijssel geleid. Er werden bijvoorbeeld 30 zienswijzen ingediend maar die hebben Gedeputeerde Staten niet van standpunt doen veranderen.
Overgangsregeling
Overijssel wil wel een overgangsregeling voor vergevorderde initiatieven die nog geen officiële vergunning hadden gekregen. Het gaat bij die regeling om criteria zoals de uitvoerbaarheid van deze initiatieven en de mate waarin de initiatiefnemers al hadden gerekend op goedkeuring door de overheid.
Om te voorkomen dat deze overgangsregeling heel lang gaat duren komt er een einddatum; het nieuwe zonneveld moet uiterlijk 1 januari 2030 zijn gerealiseerd.
Uitzonderingen
In de nieuwe regeling, samengevat middels de zogenaamde ‘Zonneladder’, worden meer uitzonderingen gemaakt. Initiatieven langs de hoofdinfrastructuur van het stroomnet, boven bestaande verhardingen zoals parkeerterreinen, op water van zandwinplassen en kleinschalige installaties voor eigen gebruik blijven wel toegestaan.
Ruimtebeslag
Overijssel besloot tot een verbod omdat het voor de verduurzaming van de energievoorziening in deze provincie niet meer nodig om nog langer nieuwe zonnevelden of uitbreiding van bestaande zonnevelden toe te staan; ‘Het toenemende ruimtebeslag van zon op land maakt het nog moeilijker om een oplossing te vinden voor de ruimteclaims die andere grote maatschappelijke opgaven doen op het landelijk gebied.
Ook kunnen zonnevelden door netcongestie de ontwikkeling van woonlocaties in de weg zitten. De aanscherping van de zonneladder moet ertoe leiden dat zonnevelden in principe niet meer worden toegestaan op landbouw- en natuurgronden.’
Gesprek
In de eerste maanden van het nieuwe jaar zal de voorgestelde juridische vastlegging onder meer in Provinciale staten worden besproken. GS wil vanaf 18 januari de aanpassing als ontwerp ter inzage tot en met 1 maart met de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Eind maart moet die dan vastgesteld worden.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel