Overijssel stelt extra miljoenen beschikbaar voor koploperprojecten

Met de ruim veertig koploperprojecten moet ervaring opgedaan worden voor de uitvoering van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Het gaat bij zowel deze projecten als het PPLG zelf namelijk om dezelfde drie doelen: sociaaleconomisch perspectief voor het platteland, een toekomstbestendige landbouwsector en herstel van natuur, watersystemen en klimaat.
De koploperprojecten moeten laten zien hoe de Overijsselse aanpak kan helpen bij het halen van deze drie doelen. Voor de uitvoering van het PPLG heeft Overijssel vorig jaar een aanvraag van ruim vijf miljard ingediend in Den Haag. Doordat het kabinet-Rutte viel is niet bekend of en wanneer dat geld komt. Bovendien hebben de gezamenlijke provincies veel meer geld gevraagd dan er beschikbaar is.
Gecombineerde aanpak
In een motie stelde CDA’er Rick Brink al dat ‘de gevraagde vijf miljard naar alle waarschijnlijkheid niet uitgekeerd zullen worden, het waarschijnlijk nog wel even zal duren voor daar helderheid over komt en doelen naar alle waarschijnlijkheid moeten worden bijgesteld.’
Ondanks zijn dalende vertrouwen dat die vijf miljard er ooit komt, wil Brink dat ‘de Overijsselse gecombineerde aanpak natuurversterking, een economisch sociaal platteland en een toekomstbestendige agrarische sector hand in hand gaan en dat die drie opgaven niet los van elkaar kunnen gezien worden.’
'Energie verloren'
Het voor 2024 beschikbaar stellen van extra provinciaal geld – eigenlijk het voorschieten van het Rijk – is volgens het college van Gedeputeerde Staten (GS) nodig, omdat anders de koploperprojecten, inclusief al bereikte resultaten, verloren gaan. 'We merken dat de energie die we hier de afgelopen anderhalf jaar hebben ingezet vruchten begint af te werken. Er ligt een goed onderbouwd ontwerp-PPLG, er is in de provincie een netwerk opgebouwd met de betrokken ondernemers, gemeenten, waterschappen, natuur- en landbouworganisaties en er is energie in de gebieden ontstaan om gezamenlijk tot nadere verkenning van de uitwerking van de doelen te komen', zo staat in het voorstel te lezen. 'Zonder extra geld dit jaar van Overijssel kunnen deze projecten niet verder en gaat ‘de energie in de gebieden verloren’.
Zorgen en vragen
Provinciale Staten ging woensdagmiddag dus in grote meerderheid akkoord met het voorstel. Wel zijn er veel zorgen en vragen. Zo drongen de fracties van BBB, SGP en JA21 er in een motie (aangenomen met 39 tegen 5 stemmen) op aan dat de voortgang en resultaten van deze koplopersprojecten nauwkeurig gemonitord moeten worden. Volgens Gert Brommer (BBB) zal dat niet leiden tot extra bureaucratische kosten waar andere fracties juist bang voor zijn. „Het lijkt me vrij eenvoudig dat de resultaten van die projecten snel met de provincie gedeeld kunnen worden. We willen gewoon als Staten de vinger aan de pols houden.”
'Den Haag gooit alles maar over de muur'
Brommer haalde daarbij flink uit naar de gang van zaken. „Den Haag gooit alles maar over de muur bij de landbouw behalve geld. Dat tast het draagvlak onder boeren enorm aan, zo merken we. Het lijkt soms ook dat in Den Haag alleen de natuurdoelen heilig zijn. Soms vragen we ons af: verstaan we onze boeren nog wel als provincie? Hoe kan het dat er meer kunstmest nodig is? Omdat de derogatie verdwijnt. Overijssel koopt boerderijen voor extensivering van de landbouw, maar legt dan meteen een bemestingsverbod op. Die gang van zaken vinden we als BBB behoorlijk frustrerend.”
Kritiek van de VVD dat de BBB deze koploperprojecten eigenlijk helemaal niet ziet zitten wees Brommer resoluut van de hand. „We willen gewoon zien wat er met dat extra geld gebeurt.”
Waar gaat geld heen?
D66-Statenlid Renilde Huizenga vond het merkwaardig. „U wilt juist dat die subsidie vooral op het erf en bij de mensen zelf terecht komt, maar nu tuigt u zelf een soort extra kerstboom van meer overleg en evaluatie op.” Ook Rick Brink (CDA) maakt zich zorgen over waar de extra miljoenen van Overijssel precies naar toe gaan. Brink diende daarom een amendement in waarin hij vraagt om dat geld te besteden aan proces, uitvoering en inwoners van het gebied zelf: „En dus niet alleen aan de interne ambtelijke organisatie en de daaraan verbonden adviesbureaus.”
Bovendien vindt Brink dat Overijssel zich voor het geld vanuit Den Haag niet alleen op het ministerie van LNV moet (blijven) richten en lobbyen, maar ook moet kijken naar eventuele (financiële) mogelijkheden bij andere ministeries. Kritiek vanuit andere fracties dat hij wil dat Overijssel ministeries tegen elkaar gaat uitspelen wees Brink van de hand. „Ik vind gewoon dat we verder dan alleen LNV moeten kijken.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel